Page 23 - Brochures_Lessen

BOSCHVOGELS, door M.A. Koekkoek (1873-1944). ‘Bij de schoolplaten blijf ik altijd wat langer stilstaan. Zeker bij die van Koekkoek. Vrijwel ieder- een kent ze: In sloot en plas, Boschvogels, Naardermeer. Blijkbaar staan ze in je geheugen gegrift.’ Collectie Nationaal Onderwijsmuseum
daar ook weer verschillende modellen van Auzoux. Maar ook een enorme verzameling materialen voor het beroepsonderwijs. Vaakl door bedrijven aan aan scho- len geschonken. Hun betrokkenheid is de kracht van ons beroepsonderwijs. Voor studenten en wetenschap- pers is het depot van grote waarde. De oude, zeer rijke bibliotheek van het onderwijsministerie is gered door het Onderwijsmuseum; in het depot liggen tientallen jaargangen van negentiende- en twintigste-eeuwse on- derwijstijdschriften; er ligt uniek leerlingen- en docen- tenmateriaal waarmee je de black box van het dagelijkse onderwijsleven in het verleden kunt onderzoeken.
Het Onderwijsmuseum functioneert ook breder als kennisinstituut. Er worden lezingen gehouden over on- derwijsvraagstukken, bijvoorbeeld over het islamitisch onderwijs, over de Bosatlas en de geschiedenis van Ne- derland in oude geografische kaarten of over opvoeding en radicalisering. Mooi is de interactieve rondleiding door de onderwijsgeschiedenis; studenten van pabo, of
van pedagogiek en onderwijskunde, kunnen daar hun hart ophalen. Het hoort bij hun opleiding om meer zicht te krijgen op de traditie waarin we staan.
U volgt de ontwikkeling van het museum kennelijk met aandacht. Hoe ziet u de toekomst?
Het onderwijs is een zeer omvangrijke, fundamentele sector van de samenleving. Goed dat er een instituut, een museum is dat de geschiedenis van die sector bundelt en – ook als kennisinstituut, vraagbaak – in een heel open, gastvrije setting blijft tentoonspreiden. Het museum is geen eendagsvlieg, de grote waarde zit ‘m in de continuïteit. Hoe was het, hoe is het, hoe gaat het verder? Op persoonlijk vlak treffen mij altijd de verhalen. Iedereen heeft z’n eigen schoolgeschiedenis, iedereen kan er over vertellen. In de praktijk zie je dat ook in de onderlinge contacten van de bezoekers. Het Onder- wijsmuseum is allerminst afstandelijk, heeft een hoge participatiegraad. Dat maak je niet vaak mee.
21