Page 21 - Brochures_Lessen
P. 21

                                iedereen kent ze: In sloot en plas, Boschvogels, Naar- dermeer. Blijkbaar staan ze in je geheugen gegrift. Bij deeltentoonstellingen zie je plotseling andere clusters beeldmateriaal. Vaak zijn die juist weer nieuw voor me. Ik wil nog graag naar de tentoonstelling Nazipropaganda voor de jeugd, 1933-1945. Hoe illustraties in onder meer schoolboeken kinderen de ideologie van het nationaalso- cialisme in trokken. Je ziet daar hoe sterk de macht van het beeld is. Dat geldt zeker ook vandaag de dag.
Toen het Onderwijsmuseum nog in Rotterdam geves- tigd was nam ik mijn vroegere kleuterjuffrouw mee naar het museum. Natuurlijk ging ze even zitten in een van de oude schoolbankjes. Maar vooral bij de tentoonstelling Zing! (2011-2012), over muziek en zang op school, was ze niet weg te slaan. Ze herkende de toenmalige metho- destrijd direct en was geïnteresseerd in de laatste ont- wikkelingen. De verbinding tussen nu en het verleden, is de kracht van het Onderwijsmuseum.
Favorieten, voorkeuren: welke factoren bepalen zo’n keuze? Gaat het om de herkenbaarheid, het jeugdsenti- ment, de schoonheid of bijvoorbeeld om de onderwijs- kundige betekenis van het materiaal?
Alles bij elkaar. De kleuren, de materialen en de vormen trekken me naar een object toe. Je wilt ze aanraken. Dat kan soms ook in het Onderwijsmuseum, dat is eigenlijk wel bijzonder. Maar een historische notitie over onze onderwijsvrijheid is voor mij ook onweerstaanbaar. Zo’n ‘pokkenbriefje’, dat ergens in het museum te zien is, geeft aan hoe scholen heel divers in allerlei discussies rond vaccinatie van jonge kinderen stonden. Nee, de voorwerpen uit een bepaald tijdvak staan niet op zich- zelf. Ze representeren de denkbeelden over onderwijs en samenleving in een bepaalde tijd. Neem de houten ‘rekenhand’ uit de jaren twintig van de vorige eeuw.
Dat was echt een poging om het rekenen dichter bij kinderen te brengen.
Het gaat niet alleen om de tijd, de tijdgeest, maar ook om iets dat breder is, om ‘cultuur’.
Onderwijs en opvoeding weerspiegelen inderdaad onze cultuur. We zijn geworden wie we zijn dankzij ons on- derwijs. Als er iets kenmerkend is voor het Nederlandse onderwijs, dan is het de vrijheid van onderwijs wel. Het grondwetsartikel waarborgt het recht op goed onderwijs, maar óók het recht van ouders op een school die aansluit bij de eigen levensopvatting. Het was een compromis tussen de staat aan de ene kant en geloofsgroepen en onderwijsvernieuwers aan de andere kant. Reformpeda- gogen als Jan Ligthart hebben onuitwisbaar hun sporen achterlaten op de manier waarop we denken over op- voeden. Aansluiten bij de leefwereld van kinderen is diep verankerd in ons onderwijs en in onze cultuur. De ‘reken- hand’ die ik al noemde, is daar een prachtig voorbeeld van. Of de modern ogende, veelkleurige ‘praatplaten’ van Adri Alindo uit het begin van de jaren dertig, bedoeld om de woordenschat bij kleuters te vergroten.
‘Toen het Onderwijsmuseum nog in Rotterdam gevestigd was nam ik mijn vroegere kleuterjuffrouw mee naar het museum. Natuurlijk ging ze even zitten in een van de oude schoolbankjes.’ Fotografie Geert ten Dam
Steeds vaker zie je dat kinderen, jongeren, hun eigen cultuur scheppen.
Ja, je zag dat heel goed bij de tentoonstelling rond schoolagenda’s van een aantal jaren terug. Die agenda’s toonden overigens aan, dat je met het begrip ‘jeugd- cultuur’ tal van kanten op kan, dat ‘de jeugd’ allerminst onder één noemer te vangen is. In de schoolagenda’s zag je dat leerlingen en studenten onderwijs heel per- soonlijk inkleuren. Goed dat het Onderwijsmuseum dat aspect af en toe ook weet te vangen.
Het gaat zeker ook om de som der delen. Spiegelt de totale collectie van het museum niet de waarde van onderwijsgeschiedenis?
Toen de Onderwijsraad in 2011 de Canon van het Onder- wijs liet schrijven, vroegen we vanzelfsprekend aan het Onderwijsmuseum om voor de illustraties te zorgen. Ook OCW klopte bij de voorbereiding van het vuistdikke jubileumboek over honderd jaar onderwijspolitiek – In de regel vrij (2018) – bij het Onderwijsmuseum aan: ‘zij kunnen ons waarschijnlijk wel helpen’. Maar niet alleen de omvang van de collectie is wereldwijd uniek, ook de museale aanpak is bijzonder. Jaren geleden was ik in Rio de Janeiro. In een van de straten zag ik een uithang- bord ‘Onderwijsmuseum’. Naar binnen natuurlijk. Ik trof
 19






















































































   19   20   21   22   23