Page 48 - De man die het nieuws voor wilde blijven
P. 48

Toen op een dag hoorde hij vanuit de verte iemand tegen hem praten.
- Simon, hallo Simon, hoor je me?
Hij probeerde te glimlachen, te antwoorden, maar zijn mond bewoog niet, dus deed hij zijn ogen open.
- Oh Simon, zie je me?
Hij deed zijn ogen weer dicht, de vraag was te moeilijk. Naast hem stond zijn ex-vrouw, haar stem te horen emotioneerde hem, huilen moest hij, lang huilen en tegen haar aanliggen. Het werd huilen zonder geluid. Hij zakte weg, terwijl zijn ex gewoon doorpraatte.
Zoon Freddie wist al een tijdje dat zijn vader een ongeluk had gehad en probeerde in de stemming te komen om hem te gaan bezoeken, maar elke keer ging de telefoon weer en moest hij werken. Eindelijk op een zondagmiddag was hij zo ver en belde hij zijn zuster.
- Waar ligt die ouwe eigenlijk.
- In Amsterdam, zei ze afwezig.
- Ja, maar waar?
- Oh, in het AMC, geloof ik.
Jezus wat een familie, dacht hij, die ouwe ligt in het ziekenhuis en eigenlijk weet niemand waar.
- Ben jij al geweest?
- Ik niet, ik heb niks met die man, hij laat nooit iets horen en nou moet ik aan komen vliegen?
- Ik was van plan om te gaan.
- Nou, doe hem de groeten.
Overvallen door een zich vergrotende weerzin stapte Freddie op de metro en liet zich richting de Bijlmer vervoeren. Hij had nu al spijt. Als hij aan zijn vader dacht was het altijd dubbel, enerzijds vond hij hem zielig, zeker nu, en anderzijds was hij woedend, woedend
46


































































































   46   47   48   49   50