Page 59 - Echte wiskunde
P. 59

Hoofdstuk 2 Wiskundige tovertaal
Bij het schrijven van dit hoofdstuk heb ik onder andere intensief gebruik gemaakt van het colle- gedictaat “Inleiding tot de moderne wiskunde” van Prof. N.G. de Bruijn (TH Eindhoven, 1965).
2.1 Symbolen
We geven hier een paar belangrijke wiskundige symbolen. Later worden ze uitgebreid uitgelegd. Gelijkheidssymbolen
A = B A ̸= B A := B A≈B A∼B
A ∼= B A≡B
A is gelijk aan B
A is niet gelijk aan B
A wordt gedefinieerd door B
A is ongeveer gelijk aan B (numerieke wiskunde) A behoort tot dezelfde equivalentieklasse als B A is gelijkvormig met B (meetkunde)
A is congruent met B (meetkunde)
A is equivalent met B
Logische symbolen
⇒ als ...dan ...
⇔ ...dan en slechts dan als ... ∧ ...en ...
∨ ...of ...
¬ niet ...
∀ voor alle ...
∃ eris...
∃! er is één en slechts één ...
Getalverzamelingen
N de natuurlijke getallen Z de gehele getallen
Q de rationale getallen
R de reële getallen
C de complexe getallen
47


































































































   57   58   59   60   61