Page 11 - Altrobiografie
P. 11
dat stolling en bloedplaatjes één fysiologisch systeem vormen, dat zich er niets van aantrekt dat het in verschillende laboratoria op verschillende manieren wordt bestudeerd. Die samenwerking van stolling en bloedplaatjes zou een van de belangrijkste thema’s van ons onderzoek in Maastricht worden
Het mooie van Leiden was dat Fredi Loeliger mij helemaal mijn eigen weg liet gaan in mijn research en bewerkstelligde dat ik lange stages kon lopen in de laboratoria van J-P. Soulier, in Parijs, en R.G.Macfarlane in Oxford.
PIVKA
Door de enzymkinetica, zoals ik die van Slater had geleerd, toe te passen op stollingstijden was ik er achter gekomen dat in het plasma van patiënten met een tekort aan vitamine K niet alleen de stollingsfactoren II (protrombine), VII, IX en X verlaagd waren maar dat er ook een tot dusver onbekend, protrombine-achtig eiwit in zat dat de stollingstijd verlengde We postuleerden dat het een “onaf” protrombine zou zijn dat nog in werkzaam protrombine moet worden omgezet in een vitamine K -afhankelijk proces. We noemden het PIVKA (protein induced by vitamin K absence or antagonists) en konden dat in Nature publiceren (Hemker, Veltkamp et al. 1963).
Dit vroege succes maakte dat ik mij wierp op verdere analyse van het verband tussen stollingstijd en stollingsfactorconcentratie. Dat verband was nogal eenvoudig. Er was een minimumstollingstijd die niet korter werd, hoeveel stollingsfactoren je ook toevoegde. De normale stollingstijd was ietsje langer. Als de helft van de normale hoeveelheid trombine gevormd werd was hij twee ietsjes langer – enzovoort. Daarom wordt een stollingstijd wel langer als er te weinig trombine is maar nauwelijks korter bij verhoogde trombinevorming en is hij wel bruikbaar om bloedingsneigingen op te sporen maar niet bij trombose.
Dat het zo eenvoudig heeft me er niet toe gebracht het ook eenvoudig op te schrijven. Waarschijnlijk vond ik het belangrijker om te laten zien dat ik het door had dan om te zorgen dat een ander het ook begreep. (zie verder (Hemker 2007)). Resultaten verkrijgen is een ding..........Al evenmin begrijp ik waarom we toen al vrij wat trombinegeneratie deden zonder te beseffen wat de mogelijkheden van die benadering waren ((Hemker, Muller et al. 1970, Hemker, Hemker et al. 1971, Veltkamp, Muis et al. 1971).
Protrombinase
In de jaren zestig werd de biochemie van het bloedstollingssysteem gedomineerd door de controverse tussen Macfarlane9 en Seegers 10. Waar Seegers dacht dat de meeste stollingsfactoren activiteiten waren die door autokatalyse uit protrombine ontstonden, veronderstelde Macfarlane dat het verschillende moleculen zouden zijn die onafhankelijk van elkaar in het plasma voorkwamen. Ik zat duidelijk in het kamp van Macfarlane, vooral ook omdat ik gedurende mijn stage in Parijs al eens prothrombine had gemaakt dat twee keer zo zuiver was als het product waar Seegers mee werkte (Hemker, Menache et al.
9 Prof R.G.MacfarlaneCBE, FRS, Oxford 1907-1987
10 Prof Dr Walter Seegers 1910-1996, Wayne State University, Detroit
11