Page 30 - Altrobiografie
P. 30

Ik had het hierboven over de spagaat van de geneeskunde: Een arts is gedwongen om in te grijpen, ook al is de rationale van dat ingrijpen nog maar gedeeltelijk duidelijk. Ook moet een arts veiligheid en rust uitstralen, dat is een belangrijk onderdeel van de therapeutische situatie. Dat maakt dat die arts ervan overtuigd moet zijn dat hij zijn patiënten naar beste weten behandeld. Als er nu een wijsneus komt die zegt - op grond van laboratoriumproefjes – dat hij zijn patiënten op een andere manier beter kan behandelen dan is de eerste reactie er een van weerstand.
Een mooi voorbeeld daarvan wil ik u niet onthouden
Nadat mijn neef Alexander en ikzelf bovenstaande overwegingen over de noodzaak van het individualiseren van de stollingsbehandeling met DOACs in een ingezonden brief in Trouw hadden gepubliceerd volgde daarop een reactie van een gewaardeerde collega uit Amsterdam waarin zij, precies op basis van die grote trials, betoogde dat DOACs, in standaarddosering gegeven wel degelijk veilig waren.
Dat gemiddelden niet gelden voor de individuele patiënt als de functie die moet worden beïnvloed per patiënt sterk verschilt heb ik eerder uitgelegd. Op den duur zal de noodzaak voor gepersonaliseerde trombosebehandeling wel tot de medische wereld doordringen, want het op de persoon afstemmen van de behandeling is op praktisch alle andere gebieden in de geneeskunde al lang een geaccepteerde praktijk.
Men krijgt de indruk dat mijn geachte collega dat eigenlijk ook wel beseft want op het slot van haar artikel zegt ze:
“.....hij (ik dus) had er goed aan gedaan te melden dat hij onderzoeksdirecteur is van het bedrijf Synapse. Dat heeft tot doel bloedstollingstesten te ontwikkelen om de antistollende werking van DOACs nog nauwkeuriger te bepalen.”
Ik weet niet of u dit net zo interpreteert als ik, maar volgens mij wordt hier gesuggereerd dat ik een voorstander ben van aangepaste dosering omdat ik, of “mijn” firma die niet van mij is, er geldelijk gewin van zou hebben als deze test breed werd ingevoerd – quod non. Twee: De arrogantie en de stupiditeit van het marktdenken in de industrie.
Behalve onbegrip en conservatisme binnen de medische stand, dat toch vooral passief is en mettertijd wel zal slijten, is er een veel gevaarlijker dreiging voor onze trombose patiënten. Dat is het korte termijn denken van de marketingafdelingen binnen de farmaceutische industrie. Ik heb, zoals ik boven al heb laten zien, veel samengewerkt met de industrie en daar heb ik een hoge dunk aan overgehouden van de research die daar gedaan wordt. Zodra marketing het voor het zeggen krijgt worden echter de bordjes verhangen, en helaas is de stem van “marketing” in dergelijke bedrijven veel luider dan die van “research”.
En standaarddosering is duidelijk een marketing-argument.
Op de lange duur zal standaarddosering van DOACs het wel afleggen tegen gepersonaliseerde dosisbepaling. Net zo goed als diabetes en hypertensie zal antitrombotische behandeling moeten worden aangepast aan de persoon en de behoeften van de patiënt. Door de bepaling van het trombinevormend vermogen hebben we het
30


































































































   28   29   30   31   32