Page 115 - In de ban van bloedstolling
P. 115

De Noor Owren ontwikkelde daarom, specifiek om behande- ling met VKA’s te bewaken, de Trombotest – een variant op de PT-test. In diverse studies van Loeliger en andere Nederlandse stollingsonderzoekers werd deze test fors bekritiseerd, omdat het de belofte als beter alternatief voor de oorspronkelijke PT-test niet kon waarmaken. Toch was Owrens test lange tijd de voorgeschreven stollingsbepaling voor de trombosedien- sten. Maar met de komst van de internationale standaard INR, en daarmee de mogelijkheid verschillende testen te vertalen naar een universele eenheid, was het exclusieve gebruik van de Trombotest door de diensten niet langer nodig.
Met aPTT-test, wordt
de aanwezigheid van stollingsfactor IX, evenals
factor VIII, XI, XII, wel gemeten. Stolling wordt
in deze test geïnitieerd
via contactactivatie door
kaoline, een kleisoort,
in plaats van weefselfac-
tor toe te voegen. De aPTT-test wordt gebruikt
om het effect van die
andere stollingsremmer, heparine, te controleren.
De test bleek daar in de
praktijk echter te ongevoelig voor.
91


































































































   113   114   115   116   117