Page 151 - In de ban van bloedstolling
P. 151
Medicine in 2001. Dit klinisch onderzoek naar de interactie tus- sen omgevings- en genetische factoren was cruciaal voor het begrip van het ontstaan van trombose.
De controverse rond pilgebruik en trombose
Al sinds de jaren dertig was bekend dat zich tijdens de zwan- gerschap veranderingen in concentraties van verschillende stollingsfactoren kunnen voordoen waardoor er een grotere kans op trombose ontstaat. Deze tijdelijke stollingsneiging dient om het grote gevaar van bloedingen tijdens de zwan- gerschap en de bevalling te reduceren. En aangezien de pil de hormonale toestand van de zwangerschap nabootst, bestond al lange tijd het vermoeden dat het gebruik ervan tot trombose kan leiden. Gedurende de jaren negentig ontstond er dan ook grote ophef over de gevaren van het gebruik van derde gene- ratie anticonceptiemiddelen. Producenten van deze middelen wilden via de rechter afdwingen dat berichten over dit gevaar niet in de media zouden verschijnen. Ook binnen de academi- sche wereld leidde de controverse tot felle polemiek.
Toch is er tegenwoordig een breed gedragen overeenstem- ming onder stollingsonderzoekers dat het gebruik van de pil het risico op trombose aanzienlijk verhoogd. In combinatie met overgewicht is kans op sommige vormen van trombose meer dan 30 keer hoger dan zonder dit risico. Pilgebruik bij vrouwen met de factor VLeiden genmutatie leidt tot een 10 tot 50 maal hogere kans op diep veneuze trombose. Bij draagsters van de protrombine-mutatie gaat het om zo’n 15 maal hoge- re kans. Bij draagsters van de factor VLeiden mutatie verhoogt de
127