Page 154 - In de ban van bloedstolling
P. 154
Gaubius Instituut een belangrijke onderzoekslijn naar het biochemische proces waarbij stolsels oplossen: de fibrinolyse. Dit onderzoek werd ook door de Katholieke Universiteit in het Belgische Leuven opgepakt, waar Marc Verstraete een voor- aanstaand onderzoeksinstituut opbouwde. Leids-Leuvense ontdekkingen op het gebied van de fibrinolyse leverden nieuwe behandelmethoden op – met name met trombolytica als levensreddend middel in de eerste fase van infarcten. Bovendien werden er studies gedaan naar de belangrijkste doodsoorzaak ter wereld: vasculaire trombose als gevolg van atherosclerose. Het Gaubius Instituut ging eind jaren negentig op in andere instituten. Leuven is altijd een hoofdrolspeler gebleven op het gebied van onderzoek naar en behandeling van stollingsaandoeningen.
Fibrinolyse en de behandeling van trombose
In de 19e eeuw toonden diverse labexperimenten aan dat stol- sels kunnen worden opgelost. In 1889 veronderstelden de Leu- vense patholoog-anatoom Joseph Denys en internist Henri de Marbaix dat een latent in het bloed aanwezig enzym, een pro- enzym, verantwoordelijk moest zijn voor het opknippen van onoplosbare fibrinevezels in oplosbare afbraakproducten en zo bloedstolling ongedaan kan maken. Een halve eeuw later werd dit vermoeden na een serie ontdekkingen bevestigd. Net als trombine, dat vorming van fibrine mogelijk maakt, bleek het enzym, dat fibrine juist afbreekt en de naam plasmine kreeg, eveneens een al in het bloed aanwezige inactieve voorloper te kennen: plasminogeen.
130