Page 155 - In de ban van bloedstolling
P. 155

Bovendien werd in diezelfde periode op min of meer toevalli- ge wijze duidelijk dat een eiwit dat verkregen kon worden uit bacteriën in staat was om stolsels op te lossen door plasmino- geen te activeren. Niet veel later ontdekte de Britse stollings- onderzoekers Macfarlane en Pilling dat een lichaamseigen en- zym, dat zij uit menselijke urine isoleerden, eveneens in staat is plasminogeen om te zetten in plasmine. Het fysiologische belang van de fibrinolyse was nu overduidelijk. In de jaren vijf- tig bewezen streptokinase en urokinase dan ook hun nut voor medisch toepassing – onder meer om stolsels in kunstmati- ge vaten te doen oplossen. Tevens toonden verschillende ex- perimenten en klinische studies aan dat stolselverstoppingen van bloedvaten met deze eiwitten verholpen konden worden. Dankzij deze vinding kon weefselschade in geval van infarcten, mits tijdig toegediend, worden beperkt.
Toch werden trombolytica, zoals middelen die de afbraak van stolsels in gang zetten worden genoemd, lange tijd maar in be- perkte mate gebruikt. De productie van beide middelen bleek arbeidsintensief en kostbaar. Voor het verkrijgen van een ef- fectieve dosis urokinase waren bijvoorbeeld honderden liters urine nodig. Daarnaast kende het gebruik van trombolytica vanwege de krachtige werking het grote risico van levensbe- dreigende bloedingen. Maar de voornaamste reden dat fibri- nolyse nauwelijks voor behandeling werd ingezet lag elders. Tot begin jaren tachtig werd trombose door velen niet als oor- zaak maar als gevolg van infarcten beschouwd – een hard- nekkig misverstand dat door antistollingexperts zoals Loeliger werd bestreden.
131


































































































   153   154   155   156   157