Page 161 - In de ban van bloedstolling
P. 161

Het hematologisch lab in Leuven groeide in korte tijd uit tot het grootste centrum voor hemostase en trombose-onderzoek in Europa – een internationaal topinstituut dat diverse discipli- nes omvatte. Toch bleef voor clinicus Verstraete onderzoek in dienst staan van de patiënt. Zijn nadruk op het nut voor behan- deling van biowetenschappelijke labexperimenten, dierproe- ven en klinische studies leverden uiteindelijk een schat aan kennis op over de fysiologische werking van fibrinolyse.
Vanaf de jaren tachtig bracht die ken-
nis uiteindelijk een ommekeer te-
weeg in de behandeling van trom-
bose. Samen met Rijken, die inmid-
dels vanuit Leiden naar België was
verkast, werkte Collen aan zuivering
van de belangrijkste activator in het
lichaam van fibrinolyse: t-PA. Dat ge-
beurde eerste uit baarmoederweef-
sel en later menselijke melanoomcel-
kweken. Vervolgens bracht Collen’s
vakgroep nauwkeurig de moleculaire
werkingsmechanismen van t-PA in kaart. Het werd duidelijk dat t-PA hoofdzakelijk plasminogeen in stolsels activeert. Hiermee bleek het effectiever dan bijvoorbeeld streptokinase en uroki- nase, die plasminogeen ook in de vrije bloedbaan in plasmine omzetten. Het molecuul kon dankzij de verbeterde zuiverings- technieken nauwkeurig worden gekarakteriseerd.
Met deze ontdekkingen bereidde Collen de weg naar de kunstmatige synthese van een lichaamseigen eiwit dat de af-
137
Désiré Collen


































































































   159   160   161   162   163