Page 216 - In de ban van bloedstolling
P. 216

Rosing, Van Dieijen en kinetica van enzymcomplexen
De studies naar de werking van het protrombinasecomplex en lipiden werd in Maastricht voortgezet met enzymkinetisch onderzoek. Het was al bekend dat geactiveerd factor X welis- waar op zichzelf ook protrombine kon omzetten, maar alleen heel erg langzaam. In het Limburgse laboratorium onderzocht enzymkineticus Jan Rosing het effect van geactiveerd factor V, fosfolipiden Ca2+ op de vorming van protrombine in het protrombinase-complex.
Enzymkinetica en het bepalen van reactiesnelheden
In de enzymkinetica wordt de snelheid van de enzymreactie bepaald door de Michaelis constante (Km) en de katalytische constante (kcat) die experimenteel te meten zijn. Tezamen uitgedrukt in kcat/Km vormen ze een maat voor de efficiƫntie waarmee een enzym een substraat omzet in een product. Een lage Km betekent een hoge mate waarmee het enzym en het substraat aan elkaar koppelen. Een hoge kcat betekent dat een enzym het product sneller vrijgeeft.
In 1977 bestudeerde Rosing samen met Van Dieijen de active- ring van protrombine door diverse concentraties geactiveerd factor X en V, fosfolipiden en Ca2+toe te voegen. Vervolgens keek Rosing hoe snel trombine gevormd werd. De meting van tien concentraties van factor X, factor V of fosfolipiden, die elk afzonderlijk een kwartier duurt, kost in totaal 2500 manuur. Daarnaast moesten de stollingsfactoren ook gezuiverd wor-
192


































































































   214   215   216   217   218