Page 232 - In de ban van bloedstolling
P. 232

fluoresceren. Door lichtabsorptie of fluorescentie van het sub- straat te meten kan men dan de snelheid van de enzymreac- tie gemakkelijk bepalen. Het eerste zogenoemde chromoge- ne substraat werd omstreeks 1970 in Zweden gemaakt door Birger Blombäck.
Deze manier van trombinebepaling bracht Béguin op het idee om het chromogeen substraat direct toe te voegen aan het stollende plasma. Als de snelheid van kleurvorming de hoe- veelheid trombine aangeeft dan wordt met de bepaling auto- matisch het verloop van de trombineconcentratie weergege- ven. Maar met het gebruikelijke substraat voor trombine lukte dat niet, omdat het op raakte voordat het TG-proces over was. Bovendien als trombine bezig is het chromogene substraat om te zetten kan het niet aan alle reacties meedoen die in het plas- ma plaatsvinden. Er moest dus een substraat worden gevon- den dat enerzijds heel langzaam wordt omgezet, maar ander- zijds wel specifiek voor trombine is.
Na lang zoeken en met hulp van chemici van de universiteit Nijmegen werden de juiste chromogene substraten gevon- den. Het ouderwetse monstertrekken kon worden vervangen door het direct gemeten trombogram, dat het verloop van de trombineconcentratie weergeeft. Een groot nadeel was echter dat de bepaling afhankelijk was van een kleurmeting zodat het plasma niet mocht stollen omdat het dan zou troebel worden. Het bleek handiger om over te gaan op fluorogene substra- ten. Met de techniek die daaruit ontstond werd het mogelijk automatisch en op grote schaal metingen te verrichten in het plasma tot zelfs uit vingerprikken van patiënten.
208


































































































   230   231   232   233   234