Page 107 - Bloedstollig en bloedingsneiging
P. 107
VIII. Jan Wouter ten Cate als erflater 95
cyten - de bloedplaatjes. De rol van bloedplaatjes in de bloedstolling werd net als de plasma- bloedstolling intensief bestudeerd. Maar omdat bij het werken met cellen andere methoden en technieken noodzakelijk zijn dan in het geval van experimenteersystemen die zich vol- ledig in oplossing afspeelden, was het in het laboratorium niet zo gemakkelijk om beide te combineren of van het ene systeem naar het andere over te schakelen. Nauwkeuriger gezegd, wetenschappers die studie maakten van bloedplaatjes konden nog wel oplosbare factoren be- studeren maar diegenen die zich vastbeten in de stollingsfactoren waren weinig genegen om bloedplaatjes in hun experimenten te betrekken. Denk hierbij bijvoorbeeld aan het werk van Coen Hemker, die aanvankelijk was aangetrokken om in Leiden trombocyten te bestuderen maar die zich concentreerde op de oplosbare stollingsfactoren en cellulaire componenten bui- ten beschouwing liet. Klinisch gezien hangen de bloedstolling stricto sensu, de bloedplaatjes en de vaatwand uiteraard samen en overlappen zij elkaar (zie onderstaande figuur uit 1949), maar voor studie in het laboratorium werden ze ‘voor het gemak’ kunstmatig van elkaar ge- scheiden.
Kadertekst VIII.1
De bloedstolling in de brede zin van het woord
Een overzicht van de factoren betrokken bij het voorkómen van spontane bloedingen en het stoppen van traumatische bloedingen volgens Paul M. Aggeler et al.; dit schema benadrukt de rol van bloedplaatjes en het vaatsysteem naast aspecten uit de stolling van het bloed stricto sensu.2 Aggeler was een vermaard stollingswetenschapper aan de Medical School van de University of California in San Francisco. Hij zou naam maken als een van de twee gelijktijdige ontdekkers van de Christmas-factor in 1952, die door hem ‘plasma thromboplastin component’ (PTC) werd genoemd.3 Deze illustratie uit 1949 laat zien dat de interacties tussen bloedstolling en bloedplaatjes (resp. het bloedvatsysteem) als uitermate gering werden beschouwd.
In dit hoofdstuk bespreken we het werk van één van de erflaters van het onderzoek in Nederland over bloedstolling in combinatie met bloedplaatjes, namelijk Jan Wouter ten Cate (‘JW’). Zoals we hierboven zagen begon hij zijn werk aan bloedingsneiging en -stelping met een studie van bloedplaatjes. Dat werk startte hij in het hematologisch laboratorium van Simon I. de Vries. Maar omdat het overgrote deel van de hematologen een sterke nadruk legde op oncologische aspecten, moest JW een eigen niche voor bloedstollingsonderzoek bevechten.