Page 110 - Bloedstollig en bloedingsneiging
P. 110
98 Bloedstolling en bloedingsneiging
Afb. VIII.1
Bloedgroepbepaling op een kartonnen kaart zoals in gebruik bij de bloedtransfusie- dienst van het Wilhelmina Gasthuis tijdens de Tweede Wereldoorlog, uit het leerboek van De Vries11
Zoals we in het inleidende hoofdstuk hebben gesteld, zijn de eerste decennia na de Tweede Wereldoorlog te kenmerken als de premoleculaire periode van de bloedstolling. Maar hoe moeten we dit tijdvak karakteriseren als het niet om moleculen gaat? Kettenborg geeft een mooi overzicht van de experimentele technieken die zijn gebruikt om stollingsfactoren te karakteriseren en te identificeren. Uit onderstaande tabel blijkt wat voor soort technieken en criteria er werden toegepast: bijvoorbeeld stabiliteit, gevoeligheid voor warmte, filtratie, precipitatie, classificatie van eiwit, effect van vriesdrogen, effect van cumarines, effect van vitamine K1, en aanwezigheid van serum. Op basis van dergelijke eigenschappen was het dus mogelijk de uiteenlopende - veronderstelde - stollingsfactoren te onderscheiden zonder ze op moleculair-chemisch niveau te isoleren.
Het is belangrijk hier nogmaals op te merken dat in die tijd stollingsfactoren werden waar- genomen met het stollen van bloed als eindpunt. Wanneer stolling uitbleef of vertraagd was, dan was de stollingsfactor gevoelig voor betreffende ‘test’. Hierbij gaat het dus uiteindelijk steeds om een biologische test! Pas in de moleculaire periode werden stollingsfactoren op chemisch c.q. macromoleculair niveau waargenomen; bijvoorbeeld in een analytische ultra- centrifuge of een elektroforesepatroon.