Page 164 - Bloedstollig en bloedingsneiging
P. 164
Hoofdstuk XI
Vanuit tradities naar innoverend onderzoek in Maastricht: Hemker, Zwaal, Rosing en heterogene biokatalyse
Wetenschappelijke disciplines lijken hele stabiele organisatiestructuren te zijn voor het onder- zoeken van de natuur. Wiskunde, scheikunde, natuurkunde, sterrenkunde, biologie en genees- kunde zijn vakken die al meerdere eeuwen worden onderwezen op scholen en universiteiten. Het lijken door de ‘natuur’ gegeven entiteiten te zijn. Anderzijds zijn er in de 20ste eeuw ook nieuwe loten aan de wetenschapsboom ontstaan, zoals de zogeheten interdisciplinaire vak- ken biochemie, biofysica, biotechnologie en moleculaire biologie. De entkristallen voor de biochemie zijn in het interbellum ontstaan, terwijl de overige drie interdisciplinaire vakken van nog recenter datum zijn. Desalniettemin zijn namen zoals biochemie en biotechnologie alledaagse termen geworden.
Het voorgaande citaat van de welbekende Amerikaanse historicus van de biochemie Robert Kohler, geeft aan dat in Engeland de wortels van de biochemie in Cambridge en Oxford lagen.2 Wat dit citaat benadrukt is dat de vorming van een wetenschappelijke (sub)discipline - zoals de biochemie - mensenwerk is en geen door de natuur gegeven entiteit. Alleen vooraanstaande wetenschappers waren in staat om voldoende invloed te krijgen en fondsen te werven om een instituut op te bouwen zodat de daar gehanteerde aanpak tot inter- nationale norm kon worden. Fondsen van die instituten kwamen vooreerst hoofdzakelijk van de overheid vanwege de dienstverlenende rol aan met name de geneeskunde (als fysiologische chemie of chemische fysiologie). Het voorbeeld van Frederick Gowland Hopkins toont dat een hoge mate van (commercieel) ondernemerschap en goede contacten met het bedrijfsleven en met filantropische instellingen onontbeerlijk was om de biochemie te verzelfstandigen. Maar uitbouw in een biochemische richting vereiste tegelijkertijd het doorsnijden van histo- rische banden zoals de dienstverlenende rol ten opzichte van de faculteiten geneeskunde. De professionalisering van de biochemie na de Tweede Wereldoorlog zou de biochemici dan ook in de richting van de natuurwetenschappelijke faculteiten drijven.
XI.1 Opkomst van de biochemie
Gezien over een termijn van enkele eeuwen is de opkomst van de biochemie er een van toe- nemende differentiatie en specialisering, zoals afb. XI.1 weergeeft.
De biochemie in Nederland is vooral tot ontwikkeling gekomen vanaf de jaren 1950. Maar net als in Engeland was dat proces afhankelijk van een aantal kartrekkers die zich aanhoudend inspanden om de biochemie in Nederland te profileren. Het succes van hun inspanningen blijkt uit de groei van het aantal kroondocenten in de biochemie en de moleculaire biologie in