Page 165 - Bloedstollig en bloedingsneiging
P. 165
XI. Hemker, Zwaal, Rosing, en heterogene biokatalyse 153
Afb. XI.1
De biochemie in historisch perspectief (* = chemie van koolstofverbindingen)3
Nederland over de jaren 1940 tot 1980: van 5 naar 64. Voor een deel is dit natuurlijk te danken aan de expansie van het wetenschappelijk onderwijs. Maar opmerkelijk is in ieder geval de exponentiële toename van leerstoelen biochemie binnen de faculteiten natuurwetenschappen: van 0 in 1940 naar 3 in 1960 en 27 in 1980 (zie afb. XI.2).
Natuurlijk is deze expansie het resultaat van de inzet van een heel collectief aan weten- schappers maar toch zijn er drie kopstukken aan te wijzen die wel heel cruciaal zijn geweest: Henk G.K. Westenbrink, Laurens L.M. van Deenen en E.C. Slater. Westenbrink (1901-1964) was opgeleid in Groningen en werd in 1931 privaatdocent bij het Laboratorium voor Fysiolo- gische Chemie van de Universiteit van Amsterdam. In 1946 werd hij benoemd tot hoogleraar aan de Universiteit Utrecht. De titel van zijn oratie gaf precies aan welke ontwikkeling hij als een teken des tijds zag die hij wilde bevorderen: ‘De wetenschap om haar zelfs wil’.5 Dit laatste was uitdrukking van een algemene ontwikkeling, namelijk het stimuleren van het fun- damentele onderzoek.6 De Nederlandse overheid had dat idee ook opgepakt door de instelling van een stichting Nederlandse Organisatie voor Zuiver Wetenschappelijk Onderzoek (ZWO) die in 1950 officieel zou worden geïncorporeerd. Wetenschap om haar zelfs wil was overi- gens niet het enige type wetenschap dat de Nederlandse regering wenste te bevorderen, want kort na de oorlog was ook de Stichting voor Fundamenteel Onderzoek der Materie (FOM) opgericht, die wel degelijk ook op praktische toepassingen was gericht, namelijk de vreedza- me toepassing van kernenergie. Het stimuleren van het chemisch onderzoek in Nederland via ZWO-fondsen zou gaan verlopen via de Stichting Scheikundig Onderzoek Nederland (SON) welke in 1957 werd opgericht. De SON zou worden gestructureerd in onderwerpgerichte werkgemeenschappen waarbij de verdeling van subsidies verliep via peer review.7 In 1962 werd de Sichting voor Fundamenteel Geneeskundig Onderzoek (FUNGO) geïnstalleerd.8