Page 171 - Bloedstollig en bloedingsneiging
P. 171
XI. Hemker, Zwaal, Rosing, en heterogene biokatalyse 159
kwam. De basisfilosofie was dat het geen ultragespecialiseerd ziekenhuis mocht worden. Het nieuwe ziekenhuis moest gekenmerkt zijn door een verbeterde normale gezondheidszorg. Die verbeteringen zouden moeten voortkomen uit wetenschappelijk onderzoek naar therapeuti- sche ingrepen en de effectiviteit van profylactische maatregelen.
Het wetenschappelijk onderwijs in Maastricht is geworden en gebleven wat in de jaren 1970 de bedoeling was, namelijk een breuk met de traditionele medische opleiding: niet meer een propedeuse met basisvakken en daarna de kliniek in maar studenten die vanaf dag één in contact worden gebracht met patiënten. Daartoe werd het probleemgestuurd onderwijs ingericht waarvoor eigen evaluatiemethoden en -technieken moesten worden ontwikkeld. In deze aanpak zou Maastricht echter niet uniek blijven omdat de andere medische faculteiten inmiddels ook via de probleemgestuurde aanpak zijn gaan werken.
Voor de wetenschappelijke kant van de nieuwe medische faculteit werd het personeel echter op traditionele gronden geworven. De mensen die werden aangetrokken waren vooral gericht op wetenschappelijk onderzoek en hadden hun ‘traditionele’ sporen al verdiend. Op een bepaalde manier werd mede daardoor aan de achtste Medische Faculteit de kloof tus- sen de klassieke wetenschap en de multidisciplinaire basisfilosofie nooit echt gedicht. Van het medische curriculum van zes jaar waren de eerste vier jaar opgedeeld in blokperioden van zes weken, elk gewijd aan een typisch medisch onderwerp. Gewerkt werd aan de hand van blokboeken waarvan de inhoud actief werd bediscussieerd in tutorgroepen. Binnen het PGO werd gewerkt aan zelf-gedefinieerde problemen, was men zelf verantwoordelijk voor het bijeengaren van studiemateriaal en werd men getraind in het rapporteren aan de medestu- denten van de tutorgroep. Overigens werd het geven van biochemie-onderwijs uiteraard ook uitgevoerd langs de lijnen van het probleemgestuurd onderwijs.24
Vanuit de basisfilosofie van de nieuwe medische faculteit was natuurwetenschappelijk onderzoek niet het hoofdaspect van de nieuwe opleiding. Bestuursvoorzitter Tans was daar- om van mening dat dat zich wel kon afspelen in het souterrain van het faculteitsgebouw aan de Tongersestraat. Dat was buiten de waard gerekend, want Hemker en fysioloog Reneman gingen dwarsliggen. De uitkomst was dat er naast het St. Annadal ziekenhuis - het acade- misch ziekenhuis in wording - een complex van noodlaboratoria werd gebouwd. Het was in carré-vorm gebouwd waardoor men gemakkelijk rondliep en elkaar tegenkwam en elkaars werkplekken kon bezoeken.
Inmiddels zijn twee onderzoekslijnen van de groep Hemker al kort aan de orde geweest, namelijk onderzoek naar lipidemembranen en de enzymkinetische aanpak. Er was nog een derde, echt biochemisch onderzoeksthema. In het kader van de eiwitsynthese zou onder- zoek gedaan worden naar PIVKA’s of, anders gezegd, de carboxylering van enzymatisch actieve eiwitten en de rol van vitamine-K daarbij. Een vierde onderzoeksthema kwam voort uit Hemkers fascinatie met apparatuur. In New York werkte Leo Vroman met een zogehe- ten ellipsometer en bestudeerde daarmee het proces van bloedstolling aan oppervlakken. Dit onderzoeksthema bespreken we in de volgende paragraaf, waarna in paragraaf vier het lipide- werk en in paragraaf vijf het enzymatische werk worden besproken.
XI.3 De Vroman-traditie: membranen, eiwitten en oppervlakken
Leo Vroman werd geboren in 1915 in Gouda.26 Hij studeerde biologie in Utrecht en begon in die tijd ook te tekenen.27 Vanwege zijn joodse afkomst vluchtte hij in 1940 naar Engeland en Zuid-Afrika om uiteindelijk in Nederlands-Indië terecht te komen. Daar werd hij door de oorlog ingehaald en werd krijgsgevangen genomen door de Japanners. Hij werd overgebracht