Page 204 - Bloedstollig en bloedingsneiging
P. 204
192 Bloedstolling en bloedingsneiging
Kadertekst XII.3
Cees Kluft: Een delicate balans50
‘Bij bloedstolling en weefselherstel werken krachtige fysiologische processen, die elkaar in balans houden. Ten eerste houden stolling en fibrinolyse elkaar in balans. Zodra een be- schadiging van de vaatwand optreedt, worden er ter plekke stolsels gevormd. Om stolsels alleen te laten vormen op de plaats waar dat nodig is, zijn er eveneens krachtige mechanis- men die de stolling afremmen. De fibrinolyse zorgt voor de afbraak van bloedstolsels en moet goed afgestemd zijn op het stollingsproces. Het stolsel mag niet te vlug worden afge- broken, maar ook niet te lang blijven bestaan. Ten tweede is er de balans tussen processen die de fibrinolyse bevorderen en remmen. In een derde balans zorgen groeibevorderende en groeiremmende invloeden ervoor dat de celgroei bij weefselherstel precies is afgestemd op de te vervullen taak.
Deze korte opsomming illustreert het vóórkomen van het algemene principe van regulatie van tegenkrachten. Voor een goed verloop van de herstelprocessen moet er een goed evenwicht op diverse niveaus zijn. Deze regulatie doet denken aan het autorijden: ook een proces van gasgeven en remmen. In het menselijk lichaam zit alleen geen chauffeur; de besturing is autonoom. Het zal dan ook geen verbazing wekken dat de sturingsprocessen in hun biochemische details heel ingewikkeld zijn. De algemene principes zijn gelukkig tamelijk eenvoudig: activatie en remming houden een delicate balans in evenwicht. Elke behandeling van stoornissen in de bloedstolling of het weefselherstel moet erop gericht zijn afwijkingen van de balanssituatie te corrigeren zonder de balans te laten doorslaan naar de andere kant. Het is immers niet de bedoeling om van een bloeder een trombosepatiënt en van een trombosepatiënt een bloeder te maken. Steeds weer moet gezocht worden naar een gulden middenweg.’
Algemene Pathologie aan vitamine K en de bloedstolling. Maar expertise op dat terrein was er niet: ‘Noch ervaring noch financiële middelen waren voor dit onderzoek beschikbaar. Het werd een moeizame trial and error-periode, steunend op het principe dat de ervaring de beste - en in dit geval enige - leermeester was. De nodige apparatuur moest zelf worden gebouwd, technische hulp was er niet. Vrienden zorgden voor proefdieren; hiertoe hadden zij de Leu- vense straten na middernacht ‘hond- en katvrij’ verklaard. Talloze nachten, weekeinden en te veel college-uren werden besteed aan het bouwen van apparaten, het schoonmaken (kui- sen) van glaswerk en het onderhoud van dierenhokken - een meer kleurrijke dan vormende tijdsverdeling.’52
Foto XII.5
Jaren 1950
(collectie M. Verstraete)