Page 207 - Bloedstollig en bloedingsneiging
P. 207

XII. Lyseerders en de hemostatische balans 195
den in de kas van een stichting gestort waar heel wat mensen van het Gaubius uit betaald konden worden. Rijken zou uiteindelijk weer terugkeren naar Leiden en daar met zijn t-PA- onderzoek verder gaan. Maar toen het bij het Gaubius Instituut steeds commerciëler moest worden om financieel het hoofd boven water te houden, verhuisde Rijken samen met een aantal mensen, waaronder Moniek de Maat, naar Rotterdam, waar ze een succesvolle T&H- afdeling opbouwden.
Het eerste sterk gezuiverde humaan t-PA werd verkregen uit baarmoederweefsel (onge- veer 1 mg aan t-PA uit 5 kg weefsel).54 Onder toepassing van een antiserum dat was opgewekt tegen (uit baarmoederweefsel afkomstige) plasminogeenactivator werd aangetoond dat weef- selplasminogeenactivator, vasculair plasminogeenactivator en bloed-plasminogeenactivator immunologisch gezien identiek zijn, maar afwijken van urinair plasminogeenactivator, u- PA.55 Er werd aangetoond dat plasminogeenactivator uit bloed staat voor vasculair t-PA, dat in belangrijke mate voortkomt uit endotheelcellen (zie ook hoofdstuk XIX).
Rond 1980 was het werk inmiddels zo ver gevorderd dat hooggezuiverde eiwitten voor- handen waren en dat de moleculaire interacties tussen de hoofdcomponenten van het fibrino- lytisch systeem opgehelderd konden worden. In 1979 kon Collen onderstaand ingenieus schema presenteren op het VIIth International Congress on Thrombosis and Haemostasis in London.56
Kadertekst XII.4
Desire Collen omschreef anno 1982 de moleculaire interacties welke de fysiologische fibrinolyse reguleren als volgt:
‘Plasminogen is converted to the proteolytic enzyme plasmin by tissue-type plasminogen activator, but this conversion occurs efficiently only on the fibrin surface, where activator and plasminogen are assembled. Free plasmin in the blood is very rapidly inactivated by a2-antiplasmin, but plasmin generated at the fibrin surface is partially protected from inactivation. The lysine-binding sites in plasminogen (represented as the legs of the animal) are important for the interaction between plasmin(ogen) and fibrin and between plasmin and alfa2-antiplasmin.’57
Het bovenstaande, nu verouderde, schema benadrukt dat de afbraak van fibrine bij de fibrinolyse afhankelijk is van de binding van plasminogeen aan dat fibrine en dat de fibrino- lyse geremd kan worden op basis van eenzelfde bindingsmechanisme van plasminogeen aan alfa2-antiplasmine.
De zuiveringswerkwijze van Rijken werd verbeterd zodat er in totaal ongeveer 2 g aan t-PA werd verkregen.58 Daarmee werd het mogelijk om t-PA biochemisch, biologisch en fysio- logisch te karakteriseren.
Vervolgens werd Leuven benaderd door Diane Pennica van het Department of Molecular Biology van Genentech Inc. in San Francisco (Californië). In onderlinge samenwerking werd het t-PA-gen gekloneerd en tot expressie gebracht, hetgeen bekend werd gemaakt op het Sixth Congress on Fibrinolysis in Lausanne, Zwitserland (1982) en werd gepubliceerd in het tijdschrift Nature in januari 1983.59 De auteurs van dit artikel waren allen Genentech- medewerkers, behalve Collen. De klonering en cellulaire productie van t-PA werd geïnter- preteerd als een gigantisch succes en droeg bij aan de hype rond de biotechnologie in de jaren tachtig van de 20ste eeuw. Maar de kans op bloedingen zou de toepassing van t-PA erg dwars zitten en het product zou niet zo’n groot klinisch succes worden als indertijd, en zeker door Genentech, werd gedacht. Aanvankelijk was t-PA bedoeld voor patiënten met een hartaan- val (trombose in de hartvaten) maar de toepassing bij herseninfarcten was uiteraard ook een


































































































   205   206   207   208   209