Page 208 - Bloedstollig en bloedingsneiging
P. 208

196 Bloedstolling en bloedingsneiging
aantrekkelijke mogelijkheid. Toediening bij aandoeningen moet echter zeer snel plaatsvin- den na een infarct, en neurologen waren vaak minder getraind om een dergelijke ingreep in de hemostase te doen.60
t-PA had een blockbuster voor Genentech moeten worden maar het pakte anders uit. De marktverwachtingen werden bij lange na niet gehaald en in 1990 moest Hoffmann-La Roche het bedrijf redden met een 60% buyout. Maar het waren niet alleen de overspannen verwach- tingen ten aanzien van een fibrinolyse-stimulator die Genentech en de Biotech-branche in het algemeen dwars zaten. Met name in de Verenigde Staten was de Biotech-hype de academi- sche verhoudingen grondig aan het verzieken. Sally Hughes, een wetenschapshistorica die uitgebreid onderzoek heeft gedaan naar Amerikaanse Biotech-bedrijven, concludeert61:
‘The troubles accompanying the rise of a new industry were not only internal. One of the most imme- diate was the relationship of the budding biotechnology industry and the American research university. The tight bonds that Genentech had formed with the University of California in the 1970s and that la- ter start-ups would duplicate with other universities sent both expectant and anxious tremors down the corridors of academe. The flight of university biologists into biotechnology companies, the surge in faculty consulting, and acceleration in university patenting and licensing that began in earnest in the 1980s (and continue full force in the twenty-first century) generated long-winded debate and contention within and outside academia as the traditional walls between the two spheres grew increasingly porous. [...] In the decades ahead, Genentech would misstep, suffer failed projects, over-promote products, end- ure bad press, see its libertine culture tamed, and undergo the challenges of corporate expansion, fierce competition, and near-constant litigation.’
In 2009 verwierf Hoffmann-La Roche de resterende 40% eigendom van Genentech voor US $47 miljard.
Overigens was er in Nederland ook een poging gedaan om t-PA te kloneren. Dat had te maken met de moleculair-bioloog Arthur Rörsch die rond 1980 overstapte van de Leidse uni- versiteit naar de Raad van Bestuur van TNO.62 Zijn eerste actie in die Raad van Bestuur van TNO was dat hij alle laboratoria langsging om te kijken wat daar allemaal gebeurde. Daarbij stuitte hij op het Gaubius Instituut. Een gedeelte van dat instituut zat naast het Biochemisch Laboratorium van de universiteit aan de Wassenaarseweg in Leiden. Rörsch zag het werk in het Gaubius aan t-PA, waar op een biochemische manier aan werd gewerkt. Rörsch bracht die biochemici in contact met Hans Pannekoek die in het Leidse universitaire laboratorium leerde hóe te kloneren. Er kwam contact tot stand en daaruit volgde dat één van Pannekoeks promo- vendi - Anton-Jan van Zonneveld - een post-doc kon doen met geld van TNO. Maar niet lang daarna, in 1982, verliet Pannekoek Leiden om naar het Centraal Laboratorium van de Bloed- transfusiedienst te gaan om daar een laboratorium voor moleculaire biologie te beginnen. Van Zonneveld ging mee naar Amsterdam maar Pannekoek had de opdracht om op het CLB de rec-DNA-technologie te implementeren en tevens aan onderwerpen te werken die meer centraal in de belangstelling lagen van het CLB. Pannekoek c.s. hebben met veel succes dit moleculair-biologisch fibrinolyse-onderzoek op het CLB voortgezet, maar de CLB-directie zou hiervoor uiteindelijk slechts geringe belangstelling hebben. Aldus bleef de klonering van t-PA in Nederland een doodgeboren kindje.63
In het Gaubius Instituut zouden fibrinolyse en de bijbehorende processen van activering en de-activering nog geruime tijd in de belangstelling blijven staan. Bij het Gaubius waren ze er zich terdege van bewust dat men, om mee te tellen in de wetenschappelijke wereld, zichtbaar moest zijn. Daarom werden vanuit het Gaubius regelmatig internationale congressen georganiseerd waarbij de proceedings bij voorkeur werden gepubliceerd in een seriewerk van


































































































   206   207   208   209   210