Page 228 - Bloedstollig en bloedingsneiging
P. 228

216 Bloedstolling en bloedingsneiging
op te geven.
Bij monde van het CLB stemde directeur E.J. Ruitenberg in met een centrale aansturing.37
Minister Borst-Eilers, die de organisaties uit de bloedvoorziening vanuit haar eerdere func- tie goed kende, zette druk op het implementeren van de reorganisatie. Anderhalf jaar na het rapport Koopmans, op 24 februari 1997, werden intentieverklaringen getekend door minister Borst van Volksgezondheid, E.J. Ruitenberg van het CLB en H.J.C. de Wit van de Federa- tie Bloedbanken.38 Laatstgenoemde groepering omvatte de bloedbanken van het Nederlandse Rode Kruis. Het geheel zou opgaan in de nieuwe organisatie. Deze zou één centraal gezag krijgen, de Raad van Bestuur. De veranderingen zouden ingaan op 1 januari 1998, waarmee de landelijke organisatie Sanquin een feit werd. Met de komst van Sanquin in 1998 werd af- gesproken dat de mobiele teams van het CLB in vier jaar tijd werden overgedragen aan de bloedbanken; daarbij waren 120.000 donors betrokken. Maar Sanquin als geheel was verant- woordelijk voor de instandhouding van de bloedvoorziening in Nederland, waarbij de donor een onmisbare rol bleef spelen. Als landelijke organisatie diende Sanquin zorg te dragen voor het behoud van een maatschappelijk draagvlak.
In 2001 gaf minister Borst-Eilers te kennen dat er zou worden ingezet op optimale veilig- heid ten aanzien van de bloedvoorziening. Daarmee werd afgezien van de overheidsgarantie op maximale veiligheid van bloed en bloedproducten. Afwezigheid van elk risico was strikt genomen niet haalbaar, ondanks de ontwikkeling van allerlei nieuwe technieken op dit gebied. Het was dan ook beter om de bevolking een realistische belofte te doen in plaats van één die toch niet te realiseren zou zijn. Een optimale veiligheid van deze producten kon dan ook betekenen dat niet alle op enig moment mogelijke maatregelen moeten worden ingezet, zon- der kennis te hebben over de te behalen gezondheidswinst en de kosten versus de baten hiervan.39
Met de molecularisering van gedoneerd bloed zien we dat voortschrijdende technologie leidt tot verschuivende relaties in de complexe infrastructuur die rond menselijk bloed was ontstaan. In het volgende hoofdstuk verlaten we de moleculaire aspecten hiervan en spreken we uitgebreid over de patiënt en zijn behandelaar.


































































































   226   227   228   229   230