Page 340 - Bloedstollig en bloedingsneiging
P. 340
328 Bloedstolling en bloedingsneiging
een recente studie werd geconcludeerd dat de TG-bepaling met een volledig geautomatiseerde ETP-bepaling aanvaardbare intratest, intertest en interlaboratoriumvariaties vertoont met een spreiding niet afwijkend van normale bepalingen van factor VIII of factor IX.28
Samenvattend hadden Béguin en Hemker - met Giesen, Wagenvoord en Al Dieri - een au- tomatische meting van trombinegeneratie ontwikkeld welke geschikt is voor klinisch gebruik en die het mogelijk maakt te meten in fibrinogeenhoudend en plaatjesrijk plasma. Met deze bepalingstechniek bleek het ook mogelijk om de effecten van antitrombotica op dit systeem te onderzoeken. De CAT lijkt een geschikte research tool die zich meer en meer in grote popu- lariteit kan verheugen. Ook als clinical tool wordt het nut ervan meer en meer aangetoond.29
Wat betreft de diagnose van bloederziekte lijkt de CAT in staat milde en ernstigere patiën- ten met hemofilie te onderscheiden. Ook kan de test toegepast worden bij hemofiliepatiënten met remmers, die met een overmaat factor VIII behandeld moeten worden. Voor wat betreft trombotische ziekten kan met de CAT verhoogde trombinegeneratie worden gemeten in geval van factor V Leiden, de protrombine G20210A-mutatie, antitrombinedeficiëntie en proteïne S-deficiëntie, alsmede in geval van verworven tromboseneiging zoals bij zwangerschap en gebruik van orale anticonceptiva.
XIX.7 Trombinegeneratie: Biologische spilzucht onderzocht
Terugkijkend op de biomedische wetenschappen vanaf de jaren vijftig van de vorige eeuw zien we een enorme toename in moleculaire verklaringen van ziekteprocessen. Dat is het suc- ces van, wat kort door de bocht, de biochemie, gevolgd door de triomf van de moleculaire biologie. Uiteraard geldt deze conclusie ook voor de bloedstolling en de pathologische ont- sporingen daarvan.
De tegenhanger van deze ontwikkeling was dat het ‘wetenschapsfront’ (the scientific frontier) verschoof van de patiënt naar het laboratorium. Dat betekende bijvoorbeeld dat in de jaren 1980 en 1990 in het vooraanstaande tijdschrift Journal of clinical investigation er nog slechts een enkel artikel op de patiënt was gericht. Vanaf 1990 werd de inhoud van dit tijdschrift geordend naar thematische secties zoals moleculaire geneeskunde, erfelijke afwij- kingen, hormonen, cytokines, signaalstoffen, celgroei en celdifferentiatie. Volgens medisch historicus Kenneth M. Ludmerer leek het Journal of clinical investigation aan het eind van de 20ste eeuw op een tijdschrift voor toegepaste biochemie.30
Omdat bloed zeer geschikt is om met in vitro-methoden te bestuderen - in tegenstelling tot ‘vaste’ organen - is ook de bloedstolling vanaf de jaren 1950 aan een dergelijke reductionisti- sche molecularisering onderhevig geweest. Volgens deze klassieke opvatting wordt trombine gevormd vanuit een netwerk van proteolytische proenzym-enzym omzettingen welke worden gereguleerd door positieve en negatieve (terug)koppelingsmechanismen. Binnen dit paradig- ma bestaat de bloedstolling en de ontsporingen daarvan uit chemische reacties en interacties. Derhalve is dit een ideale weidegrond voor biochemici die denken in termen van initiële con- centraties en reactieconstanten.
Twee decennia lang was dit het ‘wereldbeeld’ waarbinnen biochemicus Coen Hemker werkte. Hij was zo overtuigd van het nut van deze enzymkinetische aanpak dat hij zich bij het begin van zijn carrière naar eigen zeggen verloor in zeer ingewikkelde berekeningen waar- door hij een belangrijk deel van zijn lezerspubliek van zich vervreemdde omdat hij het zo ingewikkeld bracht31: