Page 347 - Bloedstollig en bloedingsneiging
P. 347

XX. Padvinders en het collectief 335 XX.2 Trombosestichting Nederland
In hoofdstuk III is de uitbundige groei van het aantal trombosediensten in Nederland in de jaren vijftig en zestig van de vorige eeuw beschreven. Op 16 juni 1971 werd de Federatie van Nederlandse Trombosediensten (FNT) opgericht met als taken standaardisatie van de bepa- lingen en werkmethoden, kwaliteitsbewaking en nascholing. Vanaf de oprichting verleende het Rode Kruis Ziekenhuis in Den Haag onderdak aan het bureau van deze federatie.2
In hoofdstuk XV zagen we dat voor die standaardisering een wetenschappelijke aanpak werd gekozen en wel via RELAC, het REferentie instituut Laboratoriumonderzoek Antistol- lingsControle te Leiden. Maar er was ook nog veel onduidelijk over de indicaties voor toe- passing van (orale) antistollingsmiddelen en de werking daarvan. Voorbeelden van onderzoek daarnaar waren Nederlandse studies in de jaren zestig naar nut en bijwerkingen van vitamine K-antagonisten (VKA’s) bij een hartinfarct. In de jaren zeventig kwam het plan op om een landelijke, dubbelblinde studie te doen naar het effect van langdurig voortgezette antistol- lingsbehandeling bij patiënten van 60 jaar en ouder die een hartinfarct hadden doorgemaakt: de 60+ studie (later gevolgd door de ASPECT-studie).
Hoffmann LaRoche BV en Ciba Geigy BV waren bereid de 60+ studie mede te finan- cieren. Het bestuur van de Federatie Nederlandse Trombosediensten (FNT) achtte het echter ongewenst dat deze subsidiegelden werden gebundeld met de contributiegelden die de Ne- derlandse trombosediensten betaalden aan de FNT voor hun lidmaatschap. Daarom werd een stichting opgericht die vooreerst SKOT werd genoemd - Stichting Klinisch Onderzoek Trom- bose. Later veranderde dat in de Trombosestichting Nederland (TSN). De TSN lanceerde een Nieuwsbrief (dat was dus niet het semi-wetenschappelijke tijdschrift Tromnibus van de FNT). In 1980 werd besloten om te starten met fondsenwerving voor de TSN. De inzameling van giften verliep in aanvang voornamelijk onder trombosepatiënten omdat de nieuwsbrieven met informatie en een oproep tot financiële steun werden verspreid via de Nederlandse trombo- sediensten. Leidinggevenden en besturen van de Nederlandse trombosediensten achtten de vermenging van zorg en fondsenwerving voor trombose-onderzoek niet altijd gewenst, reden waarom de TSN zich uiteindelijk landelijk ging manifesteren.
Geld inzamelen voor wetenschappelijk onderzoek was één, het op een zo goed mogelij- ke manier verdelen daarvan was een andere kwestie. Dit laatste werd geprofessionaliseerd doordat TSN een wetenschappelijke adviesraad instelde. Er kwam een systematiek om de verzoeken om subsidies in te delen en de beloftevolle aanvragen te evalueren op haalbaar- heid. Hans Pannekoek (zie hoofdstuk XVIII) stelde in samenwerking met het bureau van de TSN het Reglement Werkwijze Wetenschappelijke Adviesraad op met als doel de sub- sidieronde verder te formaliseren. Om aan de Trombosestichting Nederland meer bekend- heid te geven werd door Coen Hemker in 1981 voorgesteld namens de TSN een bijzonder hoogleraar te doen benoemen. Dit kon gerealiseerd worden en de eerste leerstoelhouder was Jan Wouter ten Cate (AMC, Amsterdam). Deze werd opgevolgd door Jan-Willem Akkerman (UMC, Utrecht). Uiteindelijk nam het enthousiasme van de universiteiten voor de constructie van een bijzonder hoogleraar af omdat het de schijn had van externe inmenging in het we- tenschappelijk onderzoek. Na deze twee T&H-prominenten zouden er geen nieuwe bijzonder hoogleraren namens de TSN meer worden benoemd.
De Federatie van Nederlandse Trombosediensten is in haar bestaan sterk afhankelijk ge- weest van de persoonlijke inzet van wetenschappers, trombosedienst-medewerkers en be- stuurders uit het veld. Dat indachtig ging bij haar tweede lustrum - in 1981 - de ledenverga- dering akkoord met de instelling van een prijs bestemd voor diegenen die zich buitengewoon verdienstelijk hadden gemaakt voor de FNT. De prijs werd vernoemd naar de oprichter van de


































































































   345   346   347   348   349