Page 355 - Bloedstollig en bloedingsneiging
P. 355

XX. Padvinders en het collectief 343
THON werk maakte van een inventarisatie en karakterisering van het T&H-werk in Neder- land en dat er onderling werd overlegd over werk- en taakverdeling.19 Dit was jaren eerder dan de beleidsmaatregel van de overheid die bekend zou komen te staan als de ‘Operatie Taakverdeling en Concentratie’ (TVC) uit 1983.20
De THON was uiteraard ook een uitstekende gelegenheid voor de Nachwuchs van de eerste grondleggers om zich te profileren. Jan Wouter ten Cate, Coen Hemker en Jan Sixma zouden de aanjagers worden en deel gaan uitmaken van de nieuwe generatie. In 1976 stelde Hemker een THON-map samen met daarin een inventarisatie van 13 werkgroepen (zie kader).
Kadertekst XX.3
De THON
Vertegenwoordigers van de THON-werkgroepen
1. Dr. P. Brakman, Gaubius Instituut, Leiden
2. Dr. J.W. ten Cate, Afdeling Haematologie, Wilhelmina Gasthuis, Amsterdam
3. Prof. dr. C.Haanen, Afdeling Haematologie, Academisch Ziekenhuis ‘St.Radboud’, Nijmegen
4. Prof. dr. H.C. Hemker, Biomedisch Centrum, Afd. Biochemie, Maastricht
S. Prof. dr. E.A. Loeliger / dr. J.J. Veltkamp, Academisch Ziekenhuis Afd. Haematologie, Leiden 6. Dr. J. van der Meer, Centraal Lab. van de Bloedtransfusiedienst van het Rode Kruis, Amsterdam 7. Dr. I.A. Mochtar, Afdeling Kindergeneeskunde, Binnengasthuis, Amsterdam
8. Dr. G.J.H. den Ottolander, Afdeling Inwendige Geneeskunde, Bergwegziekenhuis, Rotterdam
9. Dr. J. Roos, Afdeling Inwendige Geneeskunde, Rode Kruis Ziekenhuis ’s-Gravenhage*
10. Prof. dr. J.J. Sixma, Afdeling Haematologie, Academisch Ziekenhuis Utrecht
11. Dr. C.Th. Smit Sibinga, Afdeling Haematologie, Academisch Ziekenhuis, Groningen
12. Dr. J. Stibbe, Afdeling Haematologie, Academisch Ziekenhuis, Dijkzigt, Rotterdam
13. Prof. dr. J. Vreeken, Afdeling Inwendige Geneeskunde, Wilhelmina Gasthuis, Amsterdam *Vertegenwoordiger van de Federatie van Nederlandse Trombosediensten.
In de map werd ook het beleidsplan 1973-1978 opgenomen, dat dus al enige tijd liep. De stuurgroep THON wilde zich concentreren op twee problemen. Ten eerste, ten aanzien van de hemostase, op isolatie en karakterisering van factor VIII en de von Willebrand-factor. Dit onderwerp werd gekozen aangezien drie werkgroepen - Utrecht, Amsterdam-Huizen (Van Creveld-kliniek) en Rotterdam - op dit gebied net veelbelovende vorderingen hadden gemaakt die de verwachting wekten dat binnen vijf jaar door hen een zeer fundamentele bijdrage tot de kennis en behandeling van hemofilie en de ziekte van von Willebrand zou worden geleverd. Ten tweede op het onderwerp trombose en met name op het probleem van het ontstaan en het voorkómen van de (arteriële) trombose. Dit onderwerp werd gekozen omdat het: ‘a) van emi- nent belang is voor de volksgezondheid en b) omdat er in Nederland een unieke mogelijkheid bestaat voor vruchtbaar onderzoek op dit terrein. Een ruwe schatting leert dat trombose een rol speelt bij de helft à een derde van alle overlijdensgevallen.’21 Het bestaan van de Federatie, naast centra die onderzoek doen op het gebied van stollingsfactoren en bloedplaatjesfuncties, schiep de mogelijkheid tot een vruchtbaar samenwerkingsverband. In de map werd ook een uitgewerkte indeling gegeven van het lopende hemostase- en trombose-onderzoek.
De hemostase- en trombose-onderzoekers organiseerden zich dus goed. Maar het pro- bleem bleef dat de eerste geldstroom hoofdzakelijk was gebaseerd op leerstoelhouders en hun laboratoria, en het voor multidisciplinaire richtingen erg moeilijk was om daar tussen te ko-


































































































   353   354   355   356   357