Page 371 - Bloedstollig en bloedingsneiging
P. 371
Noten
Hoofdstuk I
i–1: Leandro Tocantins wordt geciteerd in: P. De Nicola, Thirty years of studies on blood coagulation: 1935-1965. The Renaissance period of blood coagulation (Lischi Pisa: s.l., 1979), p. 4. Tot de publicaties van Tocantins behoren: J.E. Flynn en L.M. Tocantins, Blood clotting and allied problems (New York: Josiah Macy, Jr. Foundation, 1948); L.M. Tocantins, The coagulat blood: Methods of study - prepared with the help and under the sponsorship of the Panel on Blood Coagulation of the Committee on Medicine and Surgery of the National Academy of Sciences, National Research Council (New York: Grune & Stratton, 1955); L.M. Tocantins en L.A. Kazal (red.), Blood coagulation, hemorrhage and thrombosis: methods of study (New York: Grune & Stratton, 1964).
i–2: R.G. Macfarlane, ‘Perspectives’, in: I.S. Wright, F. Koller en E. Beck (red.), Progress in coagulation. Transactions of the conference held under the auspices of the International Committee on Blood Clotting Factors; Wiesbaden, Germany, 3-6 September 1961 (Stuttgart: Friedrich-Karl Schattauer-Verlag, 1961), pp. 17-24, met name p. 20.
i–3: P. Morawitz, The chemistry of blood coagulation [Die Chemie der Blutgerinnung, 1905] (Springfield, Ill.: Charles C. Thomas, 1958).
i–4: I.S. Wright, F. Koller en F. Streuli (red.) [International Committee on Blood Clotting Factors], New blood clotting factors: Transactions of the conference held under the auspices of the International Committee on Blood Clotting Factors, Montreux, Switzerland, August 24-26, 1959 - Thrombosis et diathesis haemorrhagica (Supplementum 1) (Stuttgart: F.-K. Schattauer, 1960). De officiële rapporten, aanbevelingen en verslagen van de Scientific and Standardization Committee (SSC) onder de ISTH zijn gepubliceerd in de ISTH-tijdschriften Journal of thrombosis and haemostasis (2003-present), Thrombosis and haemostasis (1976-2002) en Thrombosis et diathesis haemorrhagica (1975). Zie http://www.isth.org/?page=ssc_bibliography (bezocht 5 januari 2016).
i–5: H.C. Hemker, Begrijpen ∨ ingrijpen - Of: De plaats van de kliniek in de biochemie, geïllustreerd aan voorbeelden uit de biochemie van de bloedstolling - Openbare les 6 Mei 1969 (Leiden: Universitaire Pers Leiden, 1969), p. 8
i–6: Er blijven natuurlijk diehards die het nut van nutteloos onderzoek blijven verdedigen. Zie bijvoorbeeld: R. Dijkgraaf, Het nut van nutteloos onderzoek (Amsterdam: Bert Bakker, 2012).
i–7: F.L.J. Jordan, Symptomenleer en differentiële diagnostiek der inwendige geneeskunde, delen I, II en III (Utrecht: Erven J. Bijleveld, 1950-1960).
i–8: E.C. Noyons, H. Neumann, Th. Strengers, Jr., et al., Chemie en kliniek / Dl. III, Chemische en chemisch- physische methodes voor het klinisch laboratorium (Amsterdam: Holkema en Warendorf 1952). Voor secundaire literatuur zie bijvoorbeeld: H. Beukers, ‘Een nieuwe werkplaats in de geneeskunde: De opkomst van laboratoria in de geneeskundige faculteiten’, pp. 266-77; M.J. van Lieburg, ‘De ontwikkeling van het klinisch-diagnostisch laboratorium in Nederland tot omstreeks 1925’, pp. 278-318; in: R.P.W. Visser en C. Hakfoort (red.), ‘Werkplaatsen van Wetenschap en Techniek: Industriële en Academische Laboratoria in Nederland, 1860-1940’, Tijdschrift voor de Geschiedenis der Geneeskunde, Natuurkunde, Wiskunde en Techniek 9 (1986), 143-318.
i–9: Het onderscheid tussen een ‘analytische’ periode en een ‘(macro)moleculaire’ periode in de levenswetenschap- pen wordt ook gemaakt in: H.-J. Rheinberger, ‘Recent science and its exploration: The case of molecular biology’, Studies in history and philosophy of biological and biomedical sciences 40 (2009), 6-12.
i–10: G.C. Bowker en S. Leigh Star, Sorting things out: Classification and its consequences (Cambridge, MA: MIT Press, 1999), pp. 33-4.
i–11: De voor- en nadelen van de nieuwe anticoagulantia (NOAC’s) ten opzichte van de infrastructuur van de klassieke antistollingsmiddelen worden verhelderend geïllustreerd in: Federatie van Nederlandse Trombosediensten [FNT], De waarde van trombosediensten in Nederland (Voorschoten: FNT, 2011).
i–12: Historische literatuur over onder meer hemofilie, veneuze trombose en antistollingstherapie komt in de relevante hoofdstukken aan de orde. Voor een inleidende secundaire geschiedenis van bloedstollingsfactoren in engere zin, zie navolgende referenties: L.B. Jaques, ‘The hemostasis paradigm in 1934 and in 1980’, pp. 1-4; Ch.A. Owen, ‘The revolution in concepts of coagulation’, pp. 5-10; in: D.A. Walz en L.E. McCoy (red.), Contributions