Page 375 - Bloedstollig en bloedingsneiging
P. 375

Noten 363
iv–18: Brochure: Anonymus [Nederlandsche Roode Kruis], Het Centraal Laboratorium van de Bloedtransfusie- dienst van het Nederlandsche Roode Kruis (Amsterdam: CLB, 1959).
iv–19: H. van Zon, Tachtig jaar RIVM (Assen: Van Gorcum, 1990), pp. 206-318.
iv–20: Over het Lister Institute zie: H. Chick, M. Hume en M. Macfarlane, War on disease: A history of the Lister Institute (London: Deutsch, 1971).
iv–21: C.P. Engelfriet en H.W. Reesink, ‘J.J. van Lochem: In memoriam’, Nederlands tijdschrift voor geneeskunde 149 (2005), 2170-1; zie ook: Anonymus [V.P. Eijsvoogel], Biomedical research in present and future society: Symposion organized on the occasion of Prof. Dr. J. J. van Loghem’s resignation as Director of Research of the Central Laboratory of the Netherlands Red Cross Blood Transfusion Service and the 35th Anniversary of this Institute, November 21, 1978 (Amsterdam: North-Holland, 1979).
iv–22: Brochure: Anonymus [Nederlandsche Roode Kruis], Het Centraal laboratorium van de Bloedtransfusie- dienst van het Nederlandsche Roode Kruis (Amsterdam: CLB, 1959).
iv–23: Brief van J.F.J. Baesjou (arts), 14 februari 1947; in: NRK-archief; CBL-CMBC, doos 15: CLB van de Bloedtransfusiedienst 1945-1970.
iv–24: NZR/Z 73/81, Reorganisatie Transfusiediensten Nederlandse Rode Kruis; in: NRK-archief; Algemene DocumentatieCollectie nr 28-14.
iv–25: Notulen van de vergadering van het Bestuur [van de Stichting behoud Centraal Laboratorium Bloedtrans- fusiedienst van het Nederlandse Rode Kruis] van 23 juni 1960 in het Stadhuis te Amsterdam; in: NRK-archief; CBL-CMBC, doos 15: CLB van de bloedtransfusiedienst 1945-1970.
iv–26: Brochure: Anonymus, Het Centraal Laboratorium van de bloedtransfusiedienst van het Nederlandse Rode Kruis (Amsterdam: NRK, 1978). [NRK-Archief, Algemene DocumentatieCollectie nr 28-18.]
iv–27: J. Spaander [Stichting Rode Kruis Bloedbank Nijmegen en omstreken], Het ontstaan en de ontwikkeling van het bloedtransfusiewezen in Nederland (Nijmegen: Stichting Rode Kruis Bloedbank Nijmegen en Omstreken, 1983), p. 28.
Hoofdstuk V
v–1: W.Th. Hermens, ‘The haemophilic way of life’, in: K.M. Brinkhous en H.C. Hemker (eds.), Hand- book of hemophilia (New York: American Elsevier Publ. Co., 1975), pp. 921-4, met name p. 921.
v–2: J.J. Veltkamp, ‘Wat is hemofilie?’, in: C. Smit, P. Hagen en J. Ides (samenstellers), ‘Het beste uit 10 jaar Faktor’ (1981), pp. 10-7; K.M. Brinkhous, ‘A short history of hemophilia, with some comments on the word “Hemophilia”’, in: K.M. Brinkhous en H.C. Hemker (eds.),Handbook of Hemophilia (New York: American Elsevier Publ. Co., 1975), pp. 3-20.
v–3: S. van Creveld en M.J. Kingma, ‘hemofilie en orthopedie’, Nederlands tijdschrift voor geneeskunde 108 (i) (1964), 633-40, met name p. 633.
v–4: A.J. Patek en R.P. Stetson, ‘Hemophilia I: The abnormal coagulation of the blood and its relation to the blood platelets’, Journal of clinical investigation 15 (1936), 531-42; A.J. Patek en F.H.L. Taylor, ‘Hemophilia II: Some properties of a substance obtained from normal human plasma effective in accelerating the coagulation of hemophilic blood’, Journal of clinical investigation 16 (1937), 113-24.
v–5: Ch.A. Owen, W.L. Nichols en E.J.W. Bowie, A history of blood coagulation (Rochester, Minn.: Mayo Foundation for Medical Education and Research, 2001), pp. 64-5.
v–6: Het laboratorium van Seegers had een zeer grote aantrekkingskracht op stollingsonderzoekers. Tientallen wetenschappers deden daar hun post-doc waardoor er een groot netwerk ontstond; zie bijvoorbeeld: W.H. Seegers, Prothrombin (Cambridge, MA: Harvard University Press, 1962). Seegers’ ideeën over (pro)trombine waren echter erg omstreden. Over Seegers, zie bijvoorbeeld Ch.A. Owen, W.L. Nichols en E.J.W. Bowie, A history of blood coagulation (Rochester, Minn.: Mayo Foundation for Medical Education and Research, 2001), pp. 31-2 en elders. v–7: A. Pavlovsky, ‘Contributions to the pathogenesis of hemophilia’, Blood 2 (1947), 185-91.
v–8: R. Biggs, A.S. Douglas, R.G. Macfarlane, J.V. Dacie, W.R. Pitney, C. Mersky en J.R. O’Brien, ‘Christmas disease: A condition previously mistaken for haemophilia’, British Medical Journal ii (1952), 1378-82. Dit artikel verscheen op kerstavond waardoor tal van lezers veronderstelden dat dit de reden was om de biologische afwijking Christmas te noemen, hetgeen zij een ongepaste frivoliteit vonden. Zie ook: S. Douglas, ‘Coagulation history, Oxford 1951-1953’, British journal of haematology 107 (1999), 22-32, p. 28. Voor de diverse synoniemen die in de jaren zestig werden gebruikt voor bij de activering van protrombine betrokken factoren, zie R.G. Macfarlane, ‘The reaction of the blood to injury’, in: R.G. Macfarlane en A.H.T. Robb-smith (red.), Functions of the blood (New York: Academic Press, 1961), pp. 303-347, met name p, 325. Macfarlane maakte een onderscheid tussen de ‘consensus’ onder Britse resp. Amerikaanse onderzoekers, de door de Internationale Commissie voorgestelde nomenclatuur (romeinse cijfers) en de idiosyncratische opvattingen van Owren, Quick resp. Seegers.
v–9: A. de Knecht-Van Eekelen, hemofilie, een ziekte in beweging: De geschiedenis van de Van Creveldkliniek (Utrecht: Van Creveldkliniek, 1998), p. 26
v–10: H. Beukers, M. Gruber en R. Matthijsen, Nederlandse Vereniging voor Biochemie: De Eerste 60 Jaar


































































































   373   374   375   376   377