Page 377 - Bloedstollig en bloedingsneiging
P. 377

Noten 365
vi–5: Over het wetenschappelijk werk van Loeliger, zie ook de door zijn ‘leerlingen’ geredigeerde gedenkbundel: E. Briët, A.W. Broekmans en R.M. Bertina (red.), ‘Liber amicorum for Emil Alfred Loeliger’, Haemostasis 15 (1985), 223-92.
vi–6: E.A. Loeliger, In de greep van de protrombinetijd: Een persoonlijke visie op 45 jaar orale antistollings- behandeling (Leiden: E.J. Brill, 1985). Voor dit hoofdstuk ben ik sterk schatplichtig aan dit boekje, zonder dat telkens te vermelden.
vi–7: Zie ook Ibid., pp. 29-30.
vi–8: Zoals we in hoofdstuk III hebben gezien zouden de meeste trombosediensten in Nederland in het begin van de jaren 1960 overstappen op deze vorm van meten van de antistolling.
vi–9: J. McMichael en E.H.O. Parry, ‘Prognosis and anticoagulant pro-phylaxis after coronary occlusion’, The Lancet (2) (1960), 991-8.
vi–10: E.A. Loeliger, In de greep van de protrombinetijd: Een persoonlijke visie op 45 jaar orale antistollings- behandeling (Leiden: E.J. Brill, 1985), p. 42.
vi–11: Ibid., p. 45.
vi–12: Over Slater en diens instituut aan de Universiteit van Amsterdam, zie T. van Helvoort, ‘’Purifying’ science: E.C. Slater and postwar biochemistry in the Netherlands’, History of science 41 (2003), 1-34.
vi–13: Brief van J. Mulder, 3 september 1962, betreffende ‘Sollicitatieschrijven Hemker’, in: H.C. Hemker, persoonlijk archief.
vi–14: Brief van E.A. Loeliger, 27 augustus 1962, in: H.C. Hemker, persoonlijk archief.
vi–15: M.W. Jongsma, 325 jaar Academisch Ziekenhuis Leiden (Lochen, Uitgeversmij. De Tijdstroom, 1963). vi–16: PPSB is een preparaat met protrombine, proconvertine, Stuart-Prower factor en antihemofiliefactor B. vi–17: H.C. Hemker, Een bloedstollende geschiedenis: Holstlezing - Uitgesproken 18 november 1999 aan de Technische Universiteit Eindhoven (Eindhoven: TU/e, 1999).
vi–18: Brief van J. Mulder, Onderwerp: ‘Bevordering Dr. H.C. Hemker’, 12 januari 1965, in: H.C. Hemker, persoonlijk archief.
vi–19: H.C. Hemker, P.M.Esnouf, P.W. Hemker, A.C.W. Swart en R.G. Macfarlane, ‘Kinetics of the formation of prothrombin converting activity in a purified system’, Nature 215 (1967) 246-251.
vi–20: H.C. Hemker, ‘De lotgevallen van protrombine bij vitamine-K-deficiëntie’, Nederlands tijdschrift voor geneeskunde 116 (1972), 1877-80.
vi–21: H.C. Hemker en M.J.P. Kahn, ‘The reaction sequence of blood coagulation’, Nature 215 (1967), 1201-2. vi–22: L.I. Rothfield, ‘Biological membranes: An overview at the molecular level’ (1971), in: Idem (red.), Structure and function of biological membranes (New York: Academic Press, 1971), pp. 3-9.
vi–23: H.C. Hemker, ‘The pathways of blood coagulation’, Folia medica Neerlandica 10 (4-5) (1967), 102-11. vi–24: Citaat ontleend aan: H.C. Hemker, ‘The pathways of blood coagulation’, Folia Medica Neerlandica 10 (4-5) (1967), 102-11. Leo Vroman woonde en werkte vanaf 1947 in de Verenigde Staten en werd in 1951 Amerikaans staatsburger. Desondanks geldt hij als een van de belangrijkste Nederlandse dichters; in 1964 ontving hij de P.C. Hooft-prijs. Vroman is op 22 februari 2014 overleden.
vi–25: Anoniem, ‘Cardiologie, 50 Jaar in het hart’, Centrum (13)(12 september) (1997).
vi–26: H.C. Hemker, Begrijpen ∨ ingrijpen - Of: De plaats van de kliniek in de biochemie, geïllustreerd aan voorbeelden uit de biochemie van de bloedstolling - Openbare les 6 Mei 1969 (Leiden: Universitaire Pers Leiden, 1969), p. 5.
vi–27: J. Stenflo, ‘Structural comparison of normal and dicoumarol-induced prothrombin’, in: H.C. Hemker en J.J. Veltkamp (red.), Prothrombin and related coagulation factors (Leiden: Leiden University Press, 1975), pp. 152-8. vi–28: Over dergelijke adsorptiestudies zie ook: H.C. Hemker, ‘The initiation phase - Review of old clotting times’, Thrombosis & haemostasis 98 (2007), 20-3.
vi–29: Brief van J. Stenflo aan H.C. Hemker, May 26, 1976, in: H.C. Hemker, persoonlijk archief.
vi–30: Brief van E.A. Loeliger aan H.C. Hemker, 3 april 1968; en brief van H.C. Hemker aan E.A. Loeliger, 9 april 1968, in: H.C. Hemker, persoonlijk archief.
Hoofdstuk VII
vii–1: W. Bulloch en P. Fildes, ‘Haemophilia’, in: K. Pearson (red.), Treasury of human inheritance 1 - Eugenics Laboratory memoirs, vol. 12, Parts V and VI Section XIVa (London: Cambridge University Press, 1911), pp. 167-354, met name p. 181.
vii–2: Tot die arts-promovendi behoorden de artsen Jan Wouter ten Cate (Wilhelmina Gasthuis, Amsterdam) en Victor Kunst (Sint Radboudziekenhuis, Nijmegen).
vii–3: P. Hagen, et al., 25 jaar NVHP: hemofilie als bron van inspiratie (Badhoevedorp: NVHP, 1996).
vii–4: J. de Graeff, L.A. van Es en E.A. Loeliger, ‘In memoriam prof dr J.J. Veltkamp’, Nederlands tijdschrift voor geneeskunde 129 (1985), 1163.
vii–5: E.A. Loeliger en J.J. Veltkamp, ‘Aanwinsten op het gebied van de hemofilie-behandeling’, Nederlands


































































































   375   376   377   378   379