Page 379 - Bloedstollig en bloedingsneiging
P. 379

Noten 367
viii–5: J. Lambregts, R. Dijckmeester, et al., ‘Hoe vaak ben ik niet door die poort gegaan?’ Herinneringen aan het Wilhelmina Gasthuis (Amsterdam: Stadsdrukkerij, 1989), pp. 12-22.
viii–6: Dit is verhaald in een interview met Jan Wouter ten Cate (april 2014). In de rest van dit hoofdstuk is ruim gebruik gemaakt van dit interview, zonder dit telkens te vermelden.
viii–7: Email van Coen Hemker aan de auteur (4 december 2014).
viii–8: K. Punt en S.I. de Vries, ‘In Memoriam Martinus C. Verloop (1916-72)’, Nederlands tijdschrift voor geneeskunde 116 (1972), 1354-5.
viii–9: J. Goudsmit [met een voorwoord van I. Snapper], Bloedziekten en bloedbeeld: Diagnostiek en behandeling - Een beschrijving voor practizeerende artsen en studenten (Amsterdam: Scheltema & Holkema’s, 1942 2e druk), met: ‘De haemorrhagische diathesen [hemofillie]’, pp. 185-221. S.I. de Vries, Leerboek der bloedziekten, 2 delen (Amsterdam: Wetenschappelijke Uitgeverij van de Amsterdamsche Boeken Courantmij, 1947-48).
viii–10: S.I. de Vries, Haematologisch onderzoek (Amsterdam: Wetenschappelijke Uitgeverij, 1955).
viii–11: S.I. de Vries, Leerboek der bloedziekten, deel 1 (Amsterdam: Wetenschappelijke Uitgeverij van de Amsterdamsche Boeken Courantmij, 1947), p. 234.
viii–12: Uit: Fotoalbum ‘Werk’ van J.W. ten Cate.
viii–13: H.K. Kettenborg, Bloedstolling en trombosedreiging (Amsterdam: Holdert & Co., 1956), pp. 34-7. viii–14: S. van Creveld en M.M. Paulssen, ‘Significance of clotting factors in blood-platelets, in normal and pathological conditions’, The Lancet (ii) (1951), 242-4.
viii–15: S. van Creveld en H.A. Veder, ‘Differentiëring van factor 3 en factor 4 der bloedplaatjes bij een lijder aan haemorrhagische diathese’, Nederlands tijdschrift voor geneeskunde 99 (1955), 2882-6.
viii–16: H.K. Kettenborg, Bloedstolling en trombosedreiging (Amsterdam: Holdert & Co., 1956), p. 36. viii–17: Ibid., p. 41.
viii–18: W. Drukker, ‘De behandeling van chronische nierinsufficiëntie en vervanging van nierfunctie’, Nederlands tijdschrift voor geneeskunde 110 (1966), 1798-1808.
viii–19: G.K. van der Hem, ‘In memoriam dr. W. Drukker’, Nederlands tijdschrift voor geneeskunde 136 (1992), 1995-6. Zie ook V.E. Andreucci, ‘The history of the ERA/EDTA: Memories of a former president’, Clinical kidney journal 5 (2012), 180-6.
viii–20: G.V.R. Born, ‘Aggregation of blood platelets by adenosine diphosphate and its reversal’, Nature 194 (1962), 927-9.
viii–21: S.I. De Vries, J. Abels, C.A. Haanen en E.A. Loeliger, ‘De trombo-test van Owren - Verslag van een ‘panel’ discussie van de werkgroep over bloedstolling op maandag 19 december 1960 in het Wilhelmina-Gasthuis te Amsterdam’, Nederlands tijdschrift voor geneeskunde 105 (1961), 977-80.
viii–22: THON [Koördinatiegroep, C. Hemker, et al.], Thrombose en Haemostase Onderzoek Nederland (n.p.: s.n., 1976), pp. 23-35.
viii–23: S. van Creveld, ‘Isolation and properties of the third clotting factor in blood-platelets’, The Lancet (ii) (1952), 23-5. Dit wordt echter niet altijd erkend, zie bijvoorbeeld: Ch.A. Owen, W.L. Nichols en E.J. Walter Bowie, A history of blood coagulation (Rochester, Minn.: Mayo Foundation for Medical Education and Research, 2001), pp. 207-8.
viii–24: THON [Koördinatiegroep, C. Hemker, et al.], Thrombose en Haemostase Onderzoek Nederland (n.p.: s.n., 1976), pp. 54-6.
viii–25: Ibid. pp. 54-6.
viii–26: Uit het interview met Jan Wouter ten Cate (april 2014).
viii–27: Over het ontstaan van zelfbehandeling, zie ook: C.Th. Smit Sibinga, J. Stibbe, C. Breederveld en E.J.M. Sjamsoedin-Visser, hemofilie in Nederland: Thuisbehandeling een zorg minder (Vianen: Nederlandse Vereniging van hemofilie-Patiënten, 1981).
viii–28: J. Stibbe, De inactivatie van factor VIII in vitro: Een onderzoek naar de aard van de factor VIII of antihaemophilie-factor activiteit (Amsterdam: s.n., 1967).
viii–29: C. Breederveld, J.W. ten Cate, J.J. Sixma en J.J. Veltkamp, ‘hemofilie, een veranderd beeld’, Nederlands tijdschrift voor geneeskunde 120 (1976), 69-70.
viii–30: Interview met Jan Wouter ten Cate (april 2014).
viii–31: H.G. Schipper, L.H. Kahlé, Ch.S.P. Jenkins en J.W. ten Cate, ‘Antithrombin-III transfusion in disseminated intravascular coagulation’, The Lancet 311 (1978), 854-6.
viii–32: H.G. Schipper, Antithrombin III and human antithrombin III concentrates: Clinical and experimental studies (Amsterdam: Rodopi, 1980).
viii–33: Foto: Cas Kortmann (op de foto staat overigens niet diens dochter).
viii–34: Email van Coen Hemker aan de auteur (4 december 2014).
viii–35: R. Bieger en E.A. Loeliger, ‘Diagnose, profylaxe en therapie van de veneuze trombose van het been’, Nederlands tijdschrift voor geneeskunde 117 (1973), 100-7; zie ook: J. Roos, ‘Trombosepreventie bij chirurgische patiënten’, Nederlands tijdschrift voor geneeskunde 114 (1970), 1828-32.
viii–36: H.R. Büller en J.W. ten Cate, ‘Commentaar: Zwangerschap en ontstolling’, Nederlands tijdschrift voor


































































































   377   378   379   380   381