Page 380 - Bloedstollig en bloedingsneiging
P. 380
368 Bloedstolling en bloedingsneiging
geneeskunde 125 (1981), 710-3; K. de Boer, H.R. Büller, J.W. ten Cate, G.H. Weenink en P.E. Treffers, ‘Diep veneuze trombose in de zwangerschap: Diagnostiek, behandeling en preventie’, Nederlands tijdschrift voor geneeskunde 134 (1990), 1349-52.
viii–37: H. Büller, Studies on antithrombin III and the Netherlands antithrombin III concentrate transfusion (Amsterdam: s.n.,1981).
viii–38: Uit: Fotoalbum ‘Werk’ van J.W. ten Cate.
viii–39: Zie bijvoorbeeld M. Verstraete, J. Vermijlen en H.R. Roberts (red.), The challenge of clinical trials in thrombosis (Stuttgart: F.K. Schattauer Verlag, 1979).
viii–40: A. de Knecht-Van Eekelen, ‘Een document bij het afscheid van Prof. J.W. ten Cate: Pleitbezorger voor een geëmancipeerde relatie arts/patiënt’, Faktor 29 (4)(2000), 12pp., met name p. 12.
viii–41: J.W.A.H. Leenen, ‘Uitreiking van de Erepenning van de Trombosestichting Nederland aan Professor Jan-Wouter ten Cate’, Tromnibus 32 (3) (2004), 37-9.
viii–42: I. van Elzakker, ‘Allemaal goudhaantjes - Afscheid hoogleraar Trombosebehandeling en -Preventie’, Status - Voorlichtingsorgaan AMC, jrg 9 (13) (september 2000), 9-10.
viii–43: M.R. Halie en A.E.G.Kr. von dem Borne (red.), Nederlands leerboek der hematologie (Utrecht: Bunge, 1987), met: W.G. van Aken, A.E.G.Kr. von dem Borne, C. Breederveld, J.W. ten Cate, H.K. Nieuwenhuis, J.J. Sixma en J. Vermylen, ‘Afwijkingen van de trombocyt; hemostase en trombose’, pp. 198-240.
Hoofdstuk IX
ix–1: Interview met Jan J. Sixma (april 2014).
ix–2: J.-W.N. Akkerman, B.N. Bouma en J.J. Sixma, Platenatlas hemostase / hemostase-atlas (Haarlem / Ingelheim am Rhein: Boehringer, 1979), p. 14. Deze atlas bereikte enorme oplages en werd in veel talen vertaald (o.a. in het Japans). Hoewel Akkerman in het colofon als eindredacteur werd opgevoerd, werd het boek door de drie auteurs gezamenlijk geschreven.
ix–3: J.J. Sixma, ‘Bloedstelping en bloedplaatjes - het onderzoek in Utrecht en Amsterdam’, TNO Project 78 (juni) (1978), 246-9.
ix–4: D. Schaap, et al., Vaarwel Catharijnesingel: Een nieuw begin in ‘De Uithof’ (Utrecht: Stichting Matrijs, 1988), p. 86.
ix–5: THON, Koördinatiegroep Thrombose en Haemostase Onderzoek Nederland (1976), pp. 9-10.
ix–6: J. Geerling, et al., Nederlandsche Internisten Vereeniging 1931-1981 (Utrecht: Bohn, Scheltema & Holkema, 1981), pp. 197-8. In 1960 werd de medaille voor de eerste keer uitgereikt, aan de Amsterdamse hoogleraar J.G.G. Borst. (In dit boek wordt over het algemeen moderne spelling aangehouden, behalve in sommige gevallen bij boek- en tijdschrifttitels wanneer die anders moeilijk bibliografisch te lokaliseren zijn.)
ix–7: Interview met Jan Willem Akkerman (juni 2014).
ix–8: J. Wagenaar, ‘Abraham Albert Hijmans van den Bergh (1869-1943), internist’, in: C.J.E. Kaandorp, J.J.E. van Everdingen en Annet Mooij (red.), Erflaters van de geneeskunde: Beroemde Nederlandse artsen beschreven door hun (kinds)kinderen (Alphen aan den Rijn: Belvédère / Medidact, 2002), pp. 94-105.
ix–9: P.J. van der Schaar, 100 jaar ziekenhuis Coolsingel: 1851-1951 - De geschiedenis van een Rotterdams ziekenhuis (Rotterdam: Gemeente-Drukkerij Rotterdam, 1951), p. 42.
ix–10: J. Wagenaar, ‘Abraham Albert Hijmans van den Bergh (1869-1943), internist’, in: C.J.E. Kaandorp, J.J.E. van Everdingen en Annet Mooij (red.), Erflaters van de geneeskunde: Beroemde Nederlandse artsen beschreven door hun (kinds)kinderen (Alphen aan den Rijn: Belvédère/Medidact, 2002), pp. 94-105, met name p. 100. ix–11: E. Gorter, ‘Levensbericht A.A. Hijmans van den Bergh’, in: Jaarboek KNAW, 1943/44 (Amsterdam: KNAW, 1944), 194-207. De kinderarts Evert Gorter was, samen met Willem C. de Graaff, de schrijver van het meerdelige Klinische diagnostiek (1915) dat vele herziene herdrukken kende tot aan 1949. Zie ook: A. ten Bokkel Hunnink, ‘Levensbericht E. Gorter’, in: Jaarboek, 1954-1955 (Amsterdam: KNAW, 1955), pp. 275-9.
ix–12: Lord Horder, ‘Clinical Medicine: A Farewell Lecture at St. Bartholomew’s Hospital’, British medical journal (25 jan.) (1936), 163-5. Zijn patiënten omvatten alle leden van het Britse Koningshuis, uiteenlopend van Edward VII tot Elizabeth II (met uitzondering van Edward VIII).
ix–13: E.G. de Langen, ‘Cornelis Douwe de Langen (1887-1967), internist’, in: C.J.E. Kaandorp, J.J.E. van Everdingen en A. Mooij (red.), Erflaters van de geneeskunde: Beroemde Nederlandse artsen beschreven door hun (kinds)kinderen (Alphen aan den Rijn: Belvédère / Medidact, 2002), pp. 144-53.
ix–14: A.A. Hijmans van den Bergh; Voortgezet door C.D. de Langen in samenwerking met I. Snapper [en] C.L.C. van Nieuwenhuizen, Leerboek der inwendige geneeskunde (Amsterdam: Scheltema & Holkema, 1946-1949). ix–15: F.L.J. Jordan, Haemolyse en erythrolyse - Inaugurele rede (Utrecht: Mado, 1953). Het noodlot wilde dat hij het probleem van bloedstolling aan den lijve moest ondervinden. Hij kreeg meerdere keren een hartinfarct en overleed daaraan in 1971. Zie: D. Schaap, et al., Vaarwel Catharijnesingel: Een nieuw begin in ‘De Uithof’ (Utrecht: Stichting Matrijs, 1988), p. 74.
ix–16: M.C. Verloop, Over het bloedvaatstelsel in de longen van den mensch en enkele knaagdieren, in het