Page 38 - Bloedstollig en bloedingsneiging
P. 38
26 Bloedstolling en bloedingsneiging te thrombin generation. These techniques have yielded information of great importance, but they must
have a limited application, since they are far removed from the natural process of clotting.’
Een centraal aandachtspunt van het boek zal dus steeds zijn hoe het natuurwetenschappelijk onderzoek zich verhoudt tot voorafgaande kennis binnen de geneeskunde en bij behandeling van de patiënt in het bijzonder.
Kadertekst II.2
Namen en functies van stollingsfactoren (anno 1994)28
Factor
Naam
Functie (actieve vorm)
I
Fibrinogeen
Vormt het fibrine-netwerk
II
Protrombine
Activeert factor I
III
Weefseltromboplastine
Stimuleert de activering van factor VII (extrinsiek systeem, hulpeiwit)
IV
Calciumionen
Betrokken bij de interactie tussen stollingsfactoren en lipide-oppervlak
V
Proaccelerine
Stimuleert de activering van II (hulpeiwit)
VII
Proconvertine
Activeert factor X (extrinsiek systeem)
VIII
Anti-hemofiliefactor A
Stimuleert de activering van factor X (intrinsiek systeem, hulpeiwit)
IX
Anti-hemofiliefactor B
Activeert factor X (extrinsiek systeem)
X
Stuart-Prower factor
Activeert factor II
XI
Plasma-tromboplastine- antecedent PTA
Activeert factor IX
XII
Hageman factor
Activeert factor XI
XIII
Fibrine-stabiliserende factor
Stabiliseert het fibrine-netwerk door cross-linking