Page 395 - Bloedstollig en bloedingsneiging
P. 395

Noten 383
xvi–4: Het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC) bestaat sinds 1996.
xvi–5: De term ‘succesfactoren’ uit de titel van dit hoofdstuk is ontleend aan Rogier Bertina’s afscheidsrede van 16 mei 2008. Dit hoofdstuk is in belangrijke mate gebaseerd op interviews met Rogier Bertina (november 2013), Ernest Briët (september 2013), Frits Rosendaal (april 2014), Pieter Reitsma (juli 2014) en Jan Vandenbroucke (juli 2014). Daarnaast is dankbaar gebruik gemaakt van de notitie ‘De geschiedenis van het hemostase- en tromboseonderzoek in Leiden’ (n.d.), geschreven door Ernest Briët en door Frits Rosendaal ter beschikking van de schrijver gesteld. xvi–6: R.M. Bertina en J.J. Veltkamp, ‘The abnormal factor IX of hemophilia B+ variants’, Thrombosis and haemostasis 40 (1978), 335-49.
xvi–7: H.P. Muller, Haemophilia A: An absent or abnormal molecule? - A study with allogeneic, xenogeneic and monoclonal antibodies (Leiden: s.n., 1981).
xvi–8: K. Mertens, The intrinsic activation of human blood coagulation factor X (Leiden: s.n., 1985). Over de persoonlijke redenen waarom deze promotie langer duurde dan normaal, zie hoofdstuk XVIII.
xvi–9: E. Briët, ‘Rogier Bertina’, in: T. Hackeng, et al., NVTH - 25 jaar - 25 years (Utrecht: NVTH, 2013), pp. 84-6, met name p. 84. Bovendien konden Bertina en Rosing in Maastricht het zeer goed met elkaar vinden, onder meer blijkend uit het bridgeclubje Amsterdam-Leiden-Maastricht waar zij beiden, samen met Cas Kortmann en Jan van Mourik plus partners - ook nu nog - toe behoren.
xvi–10: J. Stenflo, ‘From γ-carboxy-glutamate to protein C’, Journal of thrombosis and haemostasis 4 (2006), 2521-6.
xvi–11: A.W. Broekmans, ‘Hereditary protein C deficiency’, Haemostasis 15 (1985), 233-40. Zie ook het proefschrift: A.W. Broekmans, Hereditary protein C and protein S deficiency: Risk factors for venous throm- boembolism (Leiden: Universiteit Leiden, 1987).
xvi–12: J.H. Griffin, B. Evatt, T. Zimmerman, A. Kleiss en C. Wideman, ‘Deficiency of protein C in congenital thrombotic disease’, Journal of clinical investigation 68 (1981), 1370-3; R.M. Bertina, A.W. Broekmans, I.K. van der Linden en K. Mertens, ‘Protein C deficiency in a Dutch family with thrombotic disease’, Thromb Haemost 48 (1982), 1-5.
xvi–13: A.W. Broekmans, J.J. Veltkamp en R.M. Bertina, ‘Congenital protein C deficiency and venous throm- boembolism: A study of three Dutch families’, New England journal of medicine 309 (1983), 340-4.
xvi–14: F.J. Walker, ‘Regulation of activated protein C by a new protein: A possible function for bovine protein S’, Journal of biological chemistry 255 (1980), 5521-4; R.M. Bertina, ‘Hereditary protein S deficiency’, Haemostasis 15 (1985), 241-6.
xvi–15: Ch.T. Esmon en W.G. Owen, ‘The discovery of thrombomodulin’, Journal of thrombosis and haemostasis 2 (2003), 209-13.
xvi–16: N.J. de Fouw, Activated protein C and fibrinolysis: Evidence for a profibrinolytic effect of an anticoagulant (Leiden: Rijksuniversiteit Leiden, 1988). Het duurde tot 1995 voordat (in Canada) het bestaan van TAFI door isolatie werd aangetoond.
xvi–17: Zie ook: E. Briët, L. Engesser en E.J.P. Brommer, ‘Regulation of blood coagulation and thrombosis’, Haemostasis 15 (1985), 228-32.
xvi–18: Zie bijvoorbeeld: Voorlichtingsdienst Wetenschapsbeleid, Recombinant DNA: Van risicoschatting naar maatschappelijke discussie - Verslag van een discussiedag van de Vereniging van Wetenschappelijke Werkers (29 november 1983), naar aanleiding van het verschijnen van het ‘Rapport van de Brede DNA-commissie’ (’s-Gravenhage: Distributiecentrum Overheidspublikaties, 1984).
xvi–19: Interview met Pieter Reitsma (juli 2014).
xvi–20: Mail van Jan Vandenbroucke aan de auteur (9 april 2015).
xvi–21: Binnen Nederland is deze ontwikkeling bediscussieerd tijdens een workshop in 1984 in aanwezigheid van RF-vertegenwoordigers: S.A. Danner, A.S. Muller en J.P. Vandenbroucke, ‘Klinische epidemiologie: Verslag van een workshop’, Nederlands tijdschrift voor geneeskunde 128 (1984), 2280-3; op internationaal niveau is deze ontwikkeling beschreven in: K.L. White, Healing the schism: Epidemiology, medicine, and the public‘s health (New York: Springer-Verlag, 1991).
xvi–22: Zie voor het werk onder Hans Valkenburg in Rotterdam: H.A. Valkenburg en A. Hofman, Een kwart eeuw Hippocratische epidemiologie: 25 Jaar epidemiologie aan de Erasmus Universiteit Rotterdam (Utrecht: Wetenschappelijke Uitgeverij Bunge, 1995); en A. Hofman, M. Keijer en J. Paak, Veertig jaar epidemiologie aan de Erasmus Universiteit 1969 - 2009 (Rotterdam: Erasmus Universiteit, 2009).
xvi–23: A. Cats, Ontwikkelingen binnen en rondom een eeuw reumatologie (Leiden: Leidse Alumnivereniging Geneeskunde, 2008).
xvi–24: Zie ook de latere publicatie J. Miletich, L. Sherman en G. Broze, ‘Absence of thrombosis in subjects with heterozygous Protein C deficiency’, New England journal of medicine 317 (1987), 991-6.
xvi–25: Interview met Jan Vandenbroucke (juli 2014); zie ook F.R. Rosendaal, H. Heijboer, E. Briët, H.R. Büller, D.P.M. Brandjes, K. de Bruin, D.W. Hommes en J.P. Vandenbroucke, ‘Mortality in hereditary antithrombin III deficiency - 1830 to 1989’, The Lancet 337 (1991), 260-2.
xvi–26: E.Briët, A.W. Broekmans en R.M. Bertina (red.), ‘Liber amicorum for Emil Alfred Loeliger’, Haemostasis


































































































   393   394   395   396   397