Page 71 - Bloedstollig en bloedingsneiging
P. 71
V. Van Creveld-kliniek 59
hoofdstuk hebben gezien - zich inspande om bloedplasma te vriesdrogen. Mastenbroek had enige ervaring op het gebied van vriesdrogen van bloedeiwitten en dat kwam dus goed van pas.9 Hij zou overigens pas heel laat promoveren, namelijk in 1959 op het proefschrift ‘Proble- men bij de bereiding van infusie vloeistoffen’.10 Meteen na de oorlog zetten Van Creveld en Mastenbroek experimenten op om te kijken of zij Fractie I volgens de methode van E.J. Cohn konden isoleren en of dat werkzaam was bij het versneld laten stollen van hemofiel bloed. Alles bij elkaar deden Van Creveld en zijn biochemische medewerkers - zoals Bendien en later Mastenbroek en Paulssen - gedurende meer dan drie decennia experimenten rond plasmafracties.11
Omdat veel van Van Crevelds publicaties in Nederlandstalige tijdschriften werden gepu- bliceerd of in Franstalige met een beperkte verspreiding, is dit natuurwetenschappelijk werk nooit zo bekend geworden.12 Hij had echter wereldfaam met betrekking tot zijn klinische kennis van hemofilie.
Simon van Creveld studeerde geneeskunde in Amsterdam en promoveerde daarna in Gro- ningen. Kort na zijn promotie keerde hij terug naar Amsterdam als assistent inwendige genees- kunde, waarna hij kinderarts werd. In 1930 werd hij hoofd van de Zuigelingenkliniek van de Universiteit van Amsterdam en in 1938 werd hij hoogleraar met een oratie over ‘Enige pro- blemen uit de algemene pathologie van den kindertijd’. Zijn specialisatie was dus de kinder- geneeskunde, in het bijzonder stofwisselingsziekten, en met name hemofilie.13
Foto V.2
Professor Simon van Creveld in het Binnengasthuis te Amsterdam, staande derde van rechts (n.d.) (© Van Creveldkliniek, met toestemming)14