Page 21 - Geluk
P. 21
“OK, grappig, barst los, wat wil je weten.”
“Vraag een: geloof jij in god. En twee: houd jij van lekker eten?”
“Dan stel ik nu mijn vragen. Wat is god? En wat is lekker?” “Nou, eh ... god is een denkbaar sculptuur dat achter een onneembare muur staat. En lekker is alles waar je na een keer proeven meer van wilt.”
“Dan ben ik voorlopig een beetje god en jij lekker.” “Verdomme! Volgens mij kunnen we samen uitstekend door een deur!”
Nadat zij, bij hem thuisgekomen, Bens schoenen uitgetrokken had en hem gekleed en al onder zijn deken stopte, streek ze over zijn hoofd. “Dat verhaal over Louise moet je mij maar een andere keer vertellen.” In paniek ging hij onder zeil, wat wist zij van Louise, wat had hij in godsnaam allemaal gezegd? Hij hoorde niet meer hoe zij stilletjes het huis verliet.
❦
Ontnuchterend en wat verdwaasd had hij de dag doorgebracht. Een ambivalent gevoel plaagde zijn gedachten. Elaine. Een schitterende naam. Een prettig solide gevoel. Maar hoe zag ze er ook alweer uit? Waar hadden ze het allemaal over gehad? Vage plannen stonden hem bij. Waar kon hij haar vinden? Waar moest hij zoeken? Hij stond met lege handen. Het was aan haar.
Tegen vijven liep hij, de kroeg mijdend, de supermarkt binnen en trakteerde zich op biefstuk van de haas, krieltjes, champignons, wat salade en een fles Rioja. Het boodschappen- mandje vullend, oordeelde hij dat het wel erg ongezellig was
19