Page 22 - Geluk
P. 22
om alleen voor zichzelf zo’n lekker maaltje te bereiden en besloot van alles iets meer aan te schaffen.
Er hing een kattenbelletje ‘Brian McGregor, 3 x bellen’ aan de deur. Direct werd er opengedaan. “Ik was net van plan even naar de hoek te gaan, ga je mee?” Smijdig als altijd ging Ben akkoord.
Ben dronk zijn glas leeg, stak zijn hand op en maakte het gebaar ‘nog twee van helzelfde’. Nooit hoefde hij aan Brian te vragen of hij er nog een wilde. Gestaalde potators waren het geworden. Niet uit drankzucht, dat was een gevolg. Nee, het was de behoefte om vrijelijk te kunnen praten. Je gedachten te kunnen uiten. En dat had niets met eerlijkheid te maken.
Verhalen moeten verteld worden om enige ordening in het verleden te brengen. Lulverhalen zijn dukdalven, mythen een rustgevende haven.
“Weet je, eigenlijk had ik vroeger wel een Puch willen hebben. Zo eentje met een hoog breed stuur, waar je je nonchalant achter kon verbergen. Achteloos het schoolplein oprijden, jaloerse blikken op je gericht wetend. Maar in plaats daarvan had ik me toch maar voor een prikkie een tweedehands buikschuiver aangeschaft. Zo’n ding dat laatdunkend een brommer werd genoemd, zo een waar blauwe rookwalmen uitkwamen, waar je je eigenlijk voor hoorde te schamen. Ik daarentegen, ik die toch altijd het buitenbeentje wilde zijn, was er trots op. Afwijkend gedrag, vond ikzelf, was mij op het lijf geschreven.”
Brian, de enige die zelfs met geloken ogen een open blik had, krabde zich grinnikend in zijn zwarte baard, “Ah! zo ken ik je weer”, schoof zijn kruk wat dichter naar de toog en maakte een uitnodigend gebaar om verder te vertellen.
20