Page 61 - Geluk
P. 61
Thuis, lamlendig hangend in een stoel zette hij met tegenzin een vork in de buiten de deur gehaalde kleffe hap en keek naar de treurbuis. Hij zag niets.
Alleen bij Adriana was het anders. Met haar was de verstandhouding altijd goed gebleven. Zij was ook bijna twintig jaar ouder. Geen moeder, wel een veilige haven. De stiefprof had haar, na de dood van zijn vrouw, ingehuurd voor het huishoudelijk werk. Niet zonder bijbedoelingen. Maar hem vond zij te oud en Ben niet te jong. Het begon met hun gemeenschappelijke interesse in kunst. Of eigenlijk maakte Adriana dat bij hem los. Ze bezochten de tentoonstelling van Escher in het Haags Gemeentemuseum, Karel Appel in het Stedelijk, Zadkine in Deurne. Hij voelde zich gecoiffeerd met haar aandacht. Geleidelijk, maar onmiskenbaar kwamen zij dichter tot elkaar, als werd het geregisseerd. Eerst dacht hij nog aan haar als een oudere zus. Maar de subtiele liefkozingen waren onvermijdbaar. Het begon met het aanraken van de ‘engelachtige haartjes’ op zijn onderarm. De niet meer terug te draaien verandering in hun band gaf hem het gevoel de wereld van de volwassenen te zijn binnengekomen. Hoe vaak zij ook het bed deelden, elkaar claimen deden ze niet. Verlangen had de betekenis van begeerte, niet van opeisen.
Het was voor beiden een aangename wijze hun zoektocht naar liefde te onderbreken.
59