Page 22 - Blauwe stem proef
P. 22
vorm aan: slank, helder, bijna doorschijnend, alsof de contou-
ren met licht getekend waren. “Wie ben jij?” fluisterde Elin, al
wist ze niet zeker of ze de woorden hardop sprak. De gestalte
boog licht het hoofd, en de stem klonk als water over stenen,
kalm en stromend. “Ik ben Silver. Ik ben niet buiten jou, maar
ook niet alleen van jou. Ik ben een wegwijzer, een herinnering
van wat je al weet maar nog niet durft te zien.”
Elin voelde geen angst, alleen verwondering. Het was alsof de
lucht om haar heen lichter werd, alsof er ruimte in haar borst
openging die eerst nog gesloten had gevoeld.
Silver strekte een hand uit, niet om haar mee te trekken maar
om haar te laten zien dat er een richting was. Achter de gloed
verscheen vaag een landschap dat niet uit haar dagelijkse we-
reld kwam: een ruimte die voortdurend bewoog, kleuren die
vloeiden, lijnen die oplosten en weer ontstonden.
“Dit is de Grote Wereld,” zei Silver zacht. “Niet nieuw, maar
altijd aanwezig. Jij hebt er al stappen in gezet. Nu leer je kijken.”
De kleuren om haar heen vloeiden in patronen die tegelijk
vertrouwd en onbekend waren. Ze zag spiralen die leken te
ademen, lijnen die elkaar raakten en weer loslieten, alsof de
ruimte zelf een gesprek voerde. Geluiden kwamen niet als
stemmen, maar als trilling, als muziek zonder toonhoogte die
rechtstreeks in haar lichaam weerklonk.
Elin hief haar hand op en merkte dat ook zij deel was van die
beweging. Waar ze keek, ontstonden vormen, alsof haar blik die
zelf schepte. En telkens weer doemde de lemniscaat op: in een
stroom van licht, in het ritme van een golf, in het weefsel van
de kleuren.
Silver keek haar aan, de ogen niet van licht maar van diepte.
“Je hoeft dit niet te begrijpen,” zei Silver zacht. “Begrijpen maakt

