Page 36 - Blauwe stem proef
P. 36
weten of je de moeite waard was.
Maar tegelijk wist ze dat het niet háár wereld was. Zij voelde
dingen die nergens op papier konden staan. De stilte voor een
regenbui, het trillen van de stem die haar riep, de sleutel die ze
nu in zich droeg, niets daarvan viel in grafieken te vangen.
En toch: hoe kon ze er zeker van zijn dat het echt was? Wat
als ze zichzelf voor de gek hield? Wat als niemand haar ooit
zou geloven? Ze trok haar knieën op tegen haar borst en liet
haar kin erop rusten. In de halfdonkere kamer leek de acht van
speksteen te wachten, alsof hij iets van haar wilde. Elin sloot
haar ogen, maar dit keer kwam er geen landschap, geen brug,
geen Silver. Alleen de stilte van haar eigen adem.
Dat maakte de twijfel nog scherper. Misschien heb ik het
mezelf allemaal wijsgemaakt. Misschien komt Silver nooit meer
terug. De warmte van de sleutel was nog wel daar, maar ze
voelde hoe dun het vertrouwen soms kon zijn.
Ze zuchtte, liet haar hoofd terugvallen in het kussen en sloot
haar ogen. Even was er alleen de duisternis achter haar oogle-
den. Toen, heel kort, zag ze in die duisternis een glimp van licht
niet groot, niet dwingend, maar als het fonkelen van een sleu-
telrand die een straal opvangt. Ze opende haar ogen meteen
weer, maar de kamer was gewoon de kamer. En toch bleef er
iets nasuizen in haar borst, een herinnering die haar zachtjes
vasthield. Misschien was het niets. Misschien was het alles.
Hoofdstuk 19
De volgende ochtend wachtte Noor al bij het hek van school.
Ze zwaaide uitbundig toen ze Elin zag aankomen. “Kom op,”
riep ze, “ik wil je nog iets laten zien voor de les begint.”
Elin trok haar tas wat beter op haar schouder en glimlachte.

