Page 37 - Blauwe stem proef
P. 37

Noor had die vanzelfsprekende energie waarmee ze de dag
altijd lichter maakte. Het voelde alsof ze zonder veel moeite de
gewone wereld weer binnenstapte, gewoon door naast haar te
lopen.
In de aula plofte Noor neer aan een tafel en haalde een boek
uit haar tas. De kaft was diepblauw, met een vergeelde foto
van een vrouw in een laboratorium. “Kijk,” zei ze, terwijl ze het
opensloeg, “dit gaat over Annie Jump Cannon. Ze werkte meer
dan honderd jaar geleden in Harvard. Ze keek naar duizenden
sterren en zag patronen die niemand anders opmerkte. Met
een systeem van letters en tekens bracht ze orde in het licht
van de hemel.”
Elin boog zich over de bladzijde. Oude foto’s, tabellen en sche-
ma’s stonden naast elkaar: lange rijen sterren met notities in
kleine handschriften. Het had iets geheimzinnigs, alsof de hemel
zelf in een code tot haar sprak.
“De meeste mannen van haar tijd namen haar niet serieus,”
ging Noor verder. “Ze vonden dat een vrouw geen echte
wetenschap kon bedrijven. Maar ze bleef kijken, bleef schrijven,
bleef haar eigen taal volgen. Later pas begrepen anderen hoe
groot haar ontdekking was.” Elin streek met haar vinger langs
de rand van de pagina, alsof ze de lijnen wilde voelen. “Het
moet zwaar geweest zijn, steeds gezien worden als minder-
waardig.”
“Ja,” zei Noor. “En toch gaf ze niet op. Ze vond een manier om
te blijven. Dat vind ik zo sterk. Alsof ze wist: het maakt niet uit
of jullie mij geloven, ik blijf trouw aan wat ik zie.” Ze glimlachte
plotseling. “Eigenlijk lijkt ze een beetje op jou. Jij kijkt ook op je
eigen manier. Jij ziet dingen die ik soms niet zie.” Elin keek snel
weg, een beetje verlegen, maar warm van binnen. Als zij dat





































































   35   36   37   38   39