Page 49 - Blauwe stem proef
P. 49
paar, zette ze af en weer op, tot ze bleef steken bij een licht
katoenen blauw hoedje. Praktisch genoeg voor de zon en de
wind, maar ook speels. Ze voelde zich er meteen wat vrijer on-
der. Bij de kassa rekende ze af en deed het hoedje in de rugzak.
Terwijl ze de winkel uitliep, merkte ze hoe de drukte van de
stad om haar heen niet meer zo luidruchtig voelde. Het waren
maar kleine dingen, maar toch maakten ze de reis tastbaar. Het
leek alsof elk voorwerp dat ze kocht een belofte meedroeg
van wat komen ging.
Buiten de winkel liep Elin nog een stukje verder. Op het plein
bij de fontein vond ze een lege bank. Ze zette de tas naast zich
neer en nam het hoedje even in haar handen.
De stad was druk: kinderen renden achter elkaar aan, iemand
speelde op een accordeon, en er hing de geur van warme wa-
fels in de lucht. Toch voelde ze een soort stilte in zichzelf, alsof
ze even los stond van de drukte.
Ze streek met haar vingers over de stof en keek naar de fon-
tein waar het water telkens opnieuw omhoog spoot en weer
neerdaalde. Een eindeloze lus, dacht ze. Net als de acht van
speksteen die thuis in de vensterbank staat.
Ze glimlachte. Kleine dingen, een rugzak, een hoed, konden
ineens zoveel betekenen. Het waren geen spullen meer, maar
stukjes van een reis die steeds dichterbij kwam.
Net toen ze het hoedje terug in de tas wilde doen, zag ze een
man met drie kinderen naderen. De jongste rende vooruit en
sprong bijna in de fontein, terwijl de vader hem net op tijd bij
de arm greep. De andere twee kinderen hadden een ijsje, dat
al gevaarlijk langs hun vingers droop.
De vader lachte en schudde zijn hoofd terwijl hij de jongste
optilde. “Drie kinderen tegelijk, dat is ook een soort reis,” zei

