Page 91 - Blauwe stem proef
P. 91

geur van warm eten. Buiten zong de zee haar eigen lied, maar
binnen werd ze overstemd door stemmen die nog één keer
samen wilden klinken. Zo bleef de avond hangen: warm, rom-
melig en vol leven.
Hoofdstuk 46
De volgende ochtend hing er een ander soort spanning in de
lucht. De meeuwen waren talrijker, hun roepen scherper, en
de geur van land mengde zich met de zilte adem van de zee.
Aan de horizon tekende zich vaag een streep af, die langzaam
duidelijker werd. Hessel stond stevig bij het roer en wees voor-
uit. “Nog een paar uur, dan lopen we de haven binnen.” Zijn
stem klonk neutraal, maar zijn ogen twinkelden; ook voor hem
betekende het einde van een reis altijd iets bijzonders.
Op het dek liep de bemanning rond met een mengeling van
haast en loomheid. Touwen werden nog eens gecontroleerd,
koffers alvast dichtgesnoerd, maar tussendoor werd er ge-
lachen en gezongen. Het was alsof iedereen tegelijk vooruit
wilde kijken en het moment vast wilde houden.
Elin leunde tegen de reling, de wind trok door haar haar. Voor
haar lag de haven, achter haar de dagen op zee, en ergens
daartussen voelde ze de zachte aanwezigheid van Silver, niet als
stem nu, maar als een stille herinnering.
Het land kwam dichterbij. Huizen, kranen en masten tekenden
zich scherp af tegen de lucht. De geur van teer en havenwater
hing al boven het dek. Hessel gaf korte aanwijzingen en de
groep volgde in een bijna vanzelfsprekende routine en maakten
lijnen klaar voor het aanleggen. Het schip gleed langzaam de
haven in, gedragen door motor en wind.
“Voorzichtig nu,” riep Hessel. “Trossen klaar!” Thomas en Amir






































































   89   90   91   92   93