Page 70 - 2020-2021 cursus VPK hemodynamische definitief
P. 70

weerstand (SVR) maakt dat deze druk niet op nul valt maar een zekere waarde blijft behouden.


                   6.  Dit is het laagste punt, einddiastolisch net voor het begin van een nieuwe systolische fase. De
                      druk  op  dit  punt  gemeten  geeft  ons  de  diastolische  bloeddruk.  Op  het  ogenblik  dat  de
                      drukcurve weer stijgt, gaat de aortaklep terug open daar de drukken in het linkerventrikel snel
                      oplopen door de contractie van de linkerhartkamer.


                Als  we  beschikken  over  de  systolische  en  diastolische  bloeddruk  kunnen  we  een  bijkomende
                hemodynamische parameter berekenen, die vaak als richtcijfer wordt gebruikt in de behandeling van
                kritieke zieke zorgvragers in de klinische praktijk.
                In punt 1.2.2.1. werd reeds de rol van de mean arteriële bloeddruk of MAP aangehaald. Deze druk
                laat toe een idee te hebben van de perfusiedrukken in het arteriële systeem. Hierdoor wordt duidelijk
                welke de mate van doorbloeding is van de vitale organen zoals de hersenen, de darmen, het hart, etc. In
                punt  2.3.2.1.  is  aangetoond  dat  een  te  lage  perfusiedruk  bijvoorbeeld  onder  de  70  mmHg  de
                orgaanperfusie perfusie verslechterd wat kan leiden tot orgaanfalen.

                                                                             + (    ×                                            )
                                 =
                                                                   


                Bijvoorbeeld: De bloeddruk bedraagt 120 / 75 mmHg.

                             120 + ( 2  × 75)   120 + 150    270
                                             =             =      =  90 mmHg
                                    3               3         3
               De mean waarde is dus 90 mmHg. Deze berekening gebeurt automatisch door de monitor.


                   4.2.2.2.2.    Herkennen van afwijkende bloeddrukcurves
                                              Drukcurve                                    Afwijking
                                                                                       Alternerende  hoge
                                                                                       en lage drukcurve in
                                                                                       een     regelmatig
                                                                                       patroon       wijst
                                                                                       meestal bigiminie.



                                                                                       Trage  stijging  van
                                                                                       de    intra-arteriële
                                                                                       druk    wijst   op
                                                                                       aortastenose.
   65   66   67   68   69   70   71   72   73   74   75