Page 68 - 2020-2021 cursus VPK hemodynamische definitief
P. 68

•   Nullen   betekent   dat   de
                                                                              nulwaarde  van  de  monitor
                                                                              gelijkgezet  wordt  met  de
                                                                              luchtdruk.




                                                                           •   Kalibratie  betekent  dat  de
                                                                              curve zich plaatst op de juiste
                                                                              schaalhoogte.



                    Figuur 57: Nullen van de monitor. (Darovic & Franklin, 1999)


               Verpleegkundige aandachtspunten:

                   •   Voor  intravasale  drukmetingen  worden  alle  transducers  ter  hoogte  van  het  rechteratrium
                      geplaatst op eenzelfde transducerhouder. Zie Figuur 47.
                   •   De infusielijn moet lucht- en lekvrij zijn.
                   •   De spoelvloeistof in de drukzak dient steeds gehepariniseerd te zijn en onder druk te blijven
                      (minstens 100 mmHg hoger dan de systolische bloeddruk of 300 mmHg).
                   •   De katheter, leidingen en driewegkraantjes dienen strikt steriel te worden gemanipuleerd.
                   •   Controleer bij iedere meting de hoogte van het nulpunt bij de zorgvrager ten opzichte van de
                      hoogte van de transducer. Let vooral op de nulpuntinstelling bij gebruik van hoog-laag bedden
                      (Vacanti, Sikka, Urman, Dershwitz, & Segal, 2011).
                   •   Controleer voor en na de meting de stand van de driewegkraantjes.
                   •   Kijk na een arteriële bloedafname of er opnieuw een correcte curve te zien is op de monitor.
                   •   Alarmen ALTIJD instellen. Op een zodanige manier dat wanneer er iets mis gaat het toestel
                      ook alarm kan geven. Bij een volwassen zorgvrager  wordt de systolische ondergrens op 90
                      mmHg  gesteld.  De  bovengrens  160  mmHg  of  20  mmHg  hoger  dan  de  waarde  van  de
                      zorgvrager.
   63   64   65   66   67   68   69   70   71   72   73