Page 20 - 25-RS_april20-PF
P. 20

De ever werd gezeild met een logger-
                zeil, het zeil werd tijdens het aan de
             wind zeilen zowel aan de lij- als aan de
              loefzijde  gehouden zonder  overstag te
             gaan. Dit was ook  gebruikelijk met een
                                    heemerzeil.
                           Tekening P. le Comte, 1831.





            langs de Lieve en de Moervaart zich
            verspreid heeft naar het stroomge-
            bied van de  Schelde. Wanneer  in
            1623  de Brugse Vaart als nieuwe
            vaarweg tussen Brugge en Gent in
            gebruik werd genomen, dan was
            het modale binnenschip  al sterk
            vergroot en verzwaard. Mogelijk
            waren  bijlanders en  westerlingen
            de vergrote afstammelingen van de
            ijckings. Misschien daarom ook dat
            de heemer zijn naam gekregen had:
            het was maar een klein bootje en
            juist daarom alleen maar geschikt
            om een eem of rivier te bevaren. Dit
            alleen op voorwaarde dat de naam   de lijzijde van de mast. P. le Compte   veer  een  eeuw  voordien  werd
            heemer toen al lang gebruikt werd   schrijft dan ook: indien zij laveren,   getoond en beschreven in het boek
            om zo’n kleine binnenvaarder aan   zeilen zij over den eenen boeg met   van Pieter le Comte.
            te duiden.                        het ra-zeil op den mast, en over den
                                              anderen boeg vrij van denzelven; zij   Maurice Kaak stelt dan ook dat
            Heemertuig                        kaaijen nimmer door. Het is moge-  dit makelaarsbootje  mogelijk  een
                                              lijk dat het heemertuig is voortgeko-  late nakomeling is van de Vlaamse
            Een  razeil  is  bij iedereen  wel   men uit het loggertuig, dat op zijn   bouworde. Hij meent dat te kunnen
            bekend. Het  is vooral geschikt   beurt een verbeterde versie was   staven op  basis van de bouw van
            om een ruime koers te varen. Een   van een gewoon razeil. Het logger-  de romp, en het wordt eventueel
            loggerzeil is  een razeil waarmee   zeil verschilt van het gewone razeil   bevestigd door het heemertuig dat
            ook scherpere koersen kunnen      door een wat langer onderlijk, een   erbij hoorde. De  kwaliteiten van
            gezeild  worden. Dat  maakt  dat   asymmetrisch bevestigde ra en een   het heemertuig bevestigen ook het
            wanneer  het  schip door  de  wind   verstevigd voorlijk. Dit moet het   binnenvaartkarakter van de vaartui-
            moet gaan het zeil zou moeten     geschikter maken om scherp  aan   gen die er gebruik van maakten. Er
            gestreken worden om het  aan lij   de wind te  zeilen. Hoe  beter  dat   kan zeer doelgericht gezeild worden
            weer te hijsen. Dat dit doorkaaijen   kon, hoe minder er moest geroeid   op korte afstanden. Misschien
            in de praktijk vaak niet gebeurde,   worden. Het heemerzeil gaat daarin   kunnen  we  hier  wel  spreken  van
            leren we van de Hollandse marinier   nog verder  door  de  bevestiging   heemervaart of  eemvaart. Dat de
            Pieter le Comte. Die publiceerde in   van een hals aan de voorsteven.   grote  verwanten van de  heemer
            1831 het  boek  Afbeeldingen van   Hierdoor kan er met het heemer-  zoals  de  bijlander en de  wester-
            schepen en vaartuigen in verschil-  tuig scherp aan de  wind  worden   ling het hielden bij het occasionele
            lende  bewegingen.  Daarin  wordt   gezeild. Volgens R. De Bock zeilden   gebruik van een loggertuig, kan te
            onder meer de  Hamburgse ever,    de 19de-eeuwse Antwerpse make-   maken hebben met de verzwaring
            een schip dat gezeild werd met een   laarsbootjes, die  voorzien waren   van  de  binnenvaartschepen  in de
            loggerzeil, afgebeeld en beschre-  van zo’n heemertuig, zo scherp aan   15de en 16de eeuw. Die vaartui-
            ven. Op deze tekening wordt de ever   de wind, dat het (lastige) overstag   gen hadden immers een beperkte
            dan ook twee keer zeilend aan de   gaan zelden nodig was. R. De Bock   mogelijkheid tot zeilen op de smalle
            wind getoond. Op de voorgrond zien   schrijft daarover: Met een sinjoren-  binnenwateren.
            we de ever zeilend aan de wind met   zeil (lokale naam voor het heemer-
            het  razeil aan de  loefzijde  van de   zeil) kon men  zéér scherp  aan  de   De bewering  van Casaer dat de
            mast: de ra en het zeil worden door   wind zeilen. Men kon nagenoeg bij   ijckings  vooral  gejaagd  werden  op
            de wind tegen de mast gedrukt(!).   welke  wind  ook  doorzeilen  zonder   de Ieperleet kan bijgevolg in vraag
            Op de achtergrond zeilt een tweede   dat  men  door  de  wind  hoefde  te   worden gesteld. Het heemerzeil
            ever dezelfde koers met het zeil aan   gaan. Dat is nu precies wat onge-  maakt heel nauwkeurig en doelge-


          20  Ruimschoots  april 2020
   15   16   17   18   19   20   21   22   23   24   25