Page 25 - HS 6 spreidingsdiagrammen correlatie regressie
P. 25

Statistiek in de tweede graad



               OEFENINGEN:


               Spreidingsdiagrammen, correlatie en regressielijn



               1.  Welke betekenis heeft het teken (+ of - ) van de correlatiecoëfficiënt? Kies het juiste antwoord.
                   a)  De richting van de correlatie.

                   b)  De sterkte van de correlatie.
               2.  Welke betekenis heeft de (absolute) waarde van de correlatiecoëfficiënt? Kies het juiste antwoord.

                   a)  De richting van de correlatie.
                   b)  De sterkte van de correlatie.
               3.  Geef aan of je een positieve of negatieve correlatie zou verwachten tussen het gewicht van een auto
                   en het benzineverbruik van de auto.
               4.  Geef aan of je een positieve of negatieve correlatie zou verwachten tussen het opleidingsniveau en
                   het salaris.

               5.  Rangschik de correlatiecoëfficiënten van sterk negatief tot sterk positief
                         = 0,27        = −0,99         = 0,87        = −0,74         = 0,25        = −0,25


               6.  Duid hieronder de richting van de correlatie (positief/negatief) en de sterkte van de correlatie aan
                   (sterk/zwak).  Noteer “geen”, indien er geen correlatie is tussen beide variabelen.
                                                                                Positief/negatief   Sterk/zwak

                    De correlatie tussen het aantal patiënten dat zich meldt op de
                    spoeddienst van een ziekenhuis en de wachttijd.

                    Het aantal elektrische wagens en de hoeveelheid       dat wordt
                                                                   2
                    uitgestoten door de wagens.
                    Het aantal klanten in een restaurant en de prijs van de menu’s.

                    De hoeveelheid sneeuwval op de wegen in de Ardennen en het
                    aantal sneeuwruimers.


               7.  Duid hieronder de spreidingsdiagrammen met een sterke positieve of negatieve correlatie aan.       t
                                                                                                                   e
                                                                                                                   n
                                                                                                                   .
                                                                                                                   o
                                                                                                                   l
                                                                                                                   e
                                                                                                                   h
                                                                                                                   t
                                                                                                                   a
                                                                                                                   m
                                                                                                                   .
                                                                                                                   w

                                                                                                                   w

                                                                                                                   w
                           a                       b                       c                     d
               © 2021 Ivan De Winne                 ivan@mathelo.net                                      25
   20   21   22   23   24   25   26   27   28   29   30