Page 151 - Als doden een gezicht krijgen_Het DVI Team
P. 151
DVI 16-10-2007 09:42 Pagina 151
medische hulpverlening, staat onder de leiding van de Directeur
Medische Hulpverlening (Dir-Med). Deze coördineert het medi-
sche luik ter plaatse. Het is een functie die is vastgelegd door de
overheid en die wordt uitgevoerd door een van de MUG-artsen.
Iedereen van ons team kent zijn taak. Zo moet er binnen de
kortste keren een hulppost worden opgericht, een opblaasbare
tent, en moet de triage-arts aan het werk kunnen gaan. Wij leve-
ren de adjunct van die triage-arts en hun enige taak bestaat erin
om in een mum van tijd aan de medische hulpverlening dui-
delijk te maken wie de meest hulpbehoevende slachtoffers zijn.
Laat me duidelijk zijn: de slachtoffers die het hardst huilen zijn
mensen die vast en zeker hulp nodig hebben, maar het zijn meest-
al niet de slachtoffers die er het ergst aan toe zijn. Ik ben de eer-
ste om toe te geven dat het behoorlijk wat zelfbeheersing vraagt
om niet spontaan naar diegene toe te lopen die gilt van de pijn.
Als je als leek naast iemand staat die bijvoorbeeld een gebroken
arm heeft en die de arm gillend vasthoudt terwijl een andere
persoon doodstil op de grond ligt, ben je intuïtief geneigd om de
hardste roeper het eerst te helpen. Maar medisch gezien heeft de
bewusteloze mens waarschijnlijk sneller hulp nodig en is hij er
erger aan toe dan de man of vrouw met de gebroken arm. Het is
aan de triage-arts om de graad van verwondingen en dus de nood
aan snelle hulpverlening aan te duiden.
Het is niet zo dat de triage-arts het terrein rondgaat met in
zijn kielzog een rij hulpverleners en hij hardop zegt wie het eerst
moet worden weggebracht. Absoluut niet. De triage-arts werkt
in een eerste fase met kleurenkaarten. Dat zijn grote, gekleurde,
ronde schijven die met een elastiek rond de nek van de betrok-
kenen worden aangebracht. De kaarten zijn groen, geel, rood of
zwart. Iedereen die op de plaats rondloopt, niet gewond is maar
wel betrokken bij het incident, krijgt een groene schijf. Zinloos?
Absoluut niet. Het zijn die mensen die we later, als de eerste gro-
te medische nood is opgevuld, in de gaten moeten houden om
151