Page 154 - Als doden een gezicht krijgen_Het DVI Team
P. 154
DVI 16-10-2007 09:42 Pagina 154
kan het even duren voor we exact weten wie het slachtoffer is.
Bij rampen van een grotere omvang is er nog een bijkomend
probleem. Neem bijvoorbeeld diezelfde Switelbrand in Antwer-
pen waar op oudejaarsavond 1994 twee kerstbomen vuur vatten
en de hele zaak in vuur en vlam zetten. Vijftien feestvierders
overleefden de brand niet: vijf stierven ter plaatse, tien overleden
later in het ziekenhuis. Het aantal gewonden liep op tot 164.On-
middellijk na de brand snelden tientallen omwonenden de ge-
wonden ter hulp. Taxichauffeurs sleurden zwaar verbrande slacht-
offers in hun auto’s en voerden hen naar ziekenhuizen. Buren
haalden verbrande mensen in hun huizen en zetten hen onder
de douche. Het waren allemaal schitterende initiatieven, maar ze
zorgden er tegelijkertijd voor dat de hulpverlening op sommige
punten een stuk moeilijker verliep omdat sommige ziekenhui-
zen overspoeld werden door slachtoffers en de toevloed eigenlijk
moeilijk aankonden. Niemand had nog enig zicht op welke slacht-
offers waarheen waren gevoerd.
Stramien
Eigen aan rampen zijn ook de dodelijke slachtoffers. Daar ko-
men de wegen van het DVI en het Rode Kruis samen. Door het
DVI hebben wij de manier waarop wij met overleden slachtoffers
omgaan, veranderd. Vroeger werkten wij altijd volgens hetzelfde
stramien: overleden slachtoffers werden van onder het puin of
van uit de wrakken gehaald en in een noodmortuarium onder-
gebracht. Wij noemden dat de zwarte zone. Wij beschikken zelf
over lijkenzakken en we hebben zelfs de middelen om aan (wat
wij noemen) minimale reconstructie te doen. Dat betekent dat
wij alles in huis hebben om een lichaam een iets meer toonbaar
uitzicht te geven. Het zijn zaken die we wel bij ons hebben, maar
die op de plaats van een ramp van weinig nut zijn. De zwarte
zone zoals ze vroeger bestond, is er niet meer. Wat wij de zwarte
zone noemen wordt wel nog ingericht maar enkel gebruikt voor
154