Page 157 - Als doden een gezicht krijgen_Het DVI Team
P. 157

DVI  16-10-2007  09:42  Pagina 157







                                  De beslissing om een bepaalde fase af te kondigen, hangt vol-
                               ledig  af  van  de  verantwoordelijke  burgemeester,  gouverneur  of
                               minister.  Als  de  burgemeester  de  gemeentelijke  fase  afkondigt,
                               moet  hij  de  gouverneur  inlichten.  Deze  moet  op  zijn  beurt  de
                               minister  informeren  als  hij  de  provinciale  fase  uitroept.  Alles
                               wat  moet  gebeuren  is  in  een  koninklijk  besluit  vastgelegd,  zelfs
                               de taakomschrijving van iedereen die erbij betrokken is. Per fase
                               moet  een  nood- en  interventieplan  (NIP)  worden  opgemaakt.
                               Het  lijkt  allemaal  goed  geregeld,  maar  eigenlijk  moeten  we  ook
                               verder durven kijken. Veronderstel bijvoorbeeld dat er een vlieg-
                               tuig zou neerstorten, ergens boven Brussel. Aantal doden: niet te
                               overzien.  Aantal  gewonden:  niet  te  overzien.  Ambulances  van
                               overal  haasten  zich  naar  Brussel  om  hulp  te  bieden.  Ziekenhui-
                               zen maken zich onmiddellijk klaar voor het opvangen van tien-
                               tallen, zelfs honderden slachtoffers. Toegankelijkheid van de stad?
                               We mogen er niet aan denken. Nu al is het soms voor onze eigen
                               ambulances  moeilijk  om  bij  een  ongeval  te  geraken.  Een  pech-
                               strook wordt voor vele chauffeurs een derde of vierde rijstrook.
                               De wegen slibben binnen de kortste keren dicht. Totale chaos en
                               geen agent te zien, want die staat bij de ramp te kijken of hij daar
                               ter  plaatse  niets  kan  doen.  Laat  ons  nog  een  stapje  verder  gaan.
                               Ons  vliegtuig  is  neergestort,  doden  en  gewonden  zijn  bijna  niet
                               te  tellen.  Ambulances  uit  Gent,  Brugge,  Antwerpen,  Leuven  en
                               zelfs  Hasselt  komen  te  hulp.  Je  zult  maar  een  brave  burger  uit
                               Tienen zijn die op zo’n moment een hartaanval krijgt.
                                  Daar  gaat  het  hem  om:  de  hulpverlening  is  voorbereid  op
                               rampen, maar de burger zelf niet. De Belg is het gewend dat bin-
                               nen  de  tien  minuten  nadat  hij  het  nummer  100 heeft  gedraaid,
                               een  bataljon  hulpverleners  hem  bijstaat.  Dat  is  goed,  zo  hoort
                               het. Maar wat als een grote ramp ons treft? Een ramp die verder
                               gaat dan een neergestort vliegtuig? Wat als bijvoorbeeld een zware
                               aardbeving  of  overstroming  ons  land  zou  treffen?  Als  overheid
                               kun  je  geen  hulpverlening  op  poten  zetten  die  zich  voorbereidt



                                                           157
   152   153   154   155   156   157   158   159   160   161   162