Page 17 - DBFM in exploitatie e-booklet
P. 17

zowel voor Rijkswaterstaat als de marktpartijen, is helder dat zelfs de beste contracten vanwege de dynamische omgevingen waarin geopereerd wordt, nooit volmaakt tijdsbestendig zullen zijn. Hoe maak je dan een goede balans tussen ‘best for project’ (van nu) en de contractuele afspraken (van toen)? Daarvoor is het noodzakelijk regelmatig visies te delen dus proactief naar voren te kijken maar wel met (retrospectief) respect voor het contract. Uitsluitend het ene, of uitsluitend het andere gaat niet werken. Zoals iemand het treffend verwoorde: “Laten we vooral de goede dingen doen in plaats van alleen de dingen goed te doen”. Wat die goede dingen zijn, hangt niet in onaanzienlijke mate af van de mensen die daar sleutelposities bij innemen. Zijn dat juristen of accountants of meer output gerichte rekkelijken? Zijn we het samen eens wat die goede dingen zijn?
De vrijheid die projectverantwoordelijken genieten, blijkt nogal te verschillen: “Kan ik met voorstellen terug komen bij de moederorganisatie of -andersom- hoeveel marge mag ik meenemen naar de vergadering?” Zijn we gefocust om vooral niet in gebreke te raken met de afspraken -wat ze ook zijn- omdat dat kortingen oplevert (niet leuk te geven, nog onaangenamer te ontvangen) en vergeten we daardoor tijd en ruimte te creëren voor projectoptimalisaties?
Wat is er dus voor nodig om met elkaar adequaat op dynamiek en innovatie in te kunnen spelen? Hoe kan het dat dit bij het ene project betrekkelijk soepel verloopt en bij andere projecten juist een zeer taai en frustrerend proces blijkt?
___________________________________________________________________________
17






























































































   15   16   17   18   19