Page 24 - De man die het nieuws voor wilde blijven
P. 24

Toos drinkt langzaam haar koffie, terwijl Kees prei afweegt en geld wisselt. Het is knus in de groentestal. De lampen branden, het giet nog steeds van de regen, rondom liggen nette stapels fruit en veel bloemkolen. Toos ziet ook kleine rode appeltjes. Het zouden sterappeltjes kunnen zijn, ze probeert hun geur op te vangen. Tussen twee klanten door droogt Kees de bruine bontkraag van haar jas en het knotje op haar hoofd voor de tweede keer. Door de paarse haartjes ziet hij het kwetsbare hoofdje.
- Schoonheid, heb je wat gegeten? Wil je een banaan of een broodje kaas?
- Chocola, zegt ze zacht.
- Haal een reep chocola en een paraplu voor m’n moeder, roept hij naar een jong meisje aan de andere kant van zijn stal.
- Nog meer koffie?
Ze schudt haar hoofd.
- Nee, genoeg.
- Toosie, je moet eten. Als je niet eet, dan krijg je een hypo en dan ga je raar doen. Dat weet je toch wel.
Ze slaat haar ogen neer.
- Ik ken je, ... als Clair straks terugkomt zal ik haar vragen of ze je een beetje bijwerkt en naar huis brengt.
Ondanks de regen komt er toch af en toe een klant en moet Kees aan het werk. Toos schopt voorzichtig haar natte schoenen uit en legt haar voeten in een kistje met nieuwe papieren zakjes, lekker droog.
Als Kees na een tijdje opkijkt ziet hij Toos op haar blote voeten naast Clair in de richting van zijn auto lopen. Clair houdt de paraplu vast.
- Gek wijf, ik hou van je, roept Kees haar na.
22


































































































   22   23   24   25   26